donderdag 19 september 2024

Flessenpost

Voor de serie Flessenpost van het Vlaamse blog Aanlegplaats schreef ik een brief aan Gerbrand Bakker, die eerder een brief aan mij schreef. 


Lieve Gerb,

Om maar meteen je vraag te beantwoorden: ik ben hier! (Hier, hier… hier…), in de echoput van ons gezamenlijk verleden. Zojuist liep ik langs de Weespertrekvaart na te denken over wat ik je zou gaan schrijven en toen kwam je me tegemoet fietsen. Nou ja zeg, ook toevallig. Dat wilde ik tegen je zeggen. Maar toen je dichterbij kwam was je het niet, je leek niet eens op jezelf. Het deed me denken aan een gebeurtenis van een paar jaar geleden. Ik had afgesproken met Gerard van Emmerik in café Wildschut. Ik had gezwommen, mijn ogen prikten van het chloor en de verlichting in Wildschut was gedempt. Los daarvan had ik gewoon een bril nodig. Ik liep halfblind de zaak in, een man aan een tafeltje veerde op en ik liep lachend op hem af. Pas toen er nog maar twee meter tussen ons in zat zag ik dat het Gerard niet was. Maar ik bleef op hem af lopen, ik wist niet wat ik anders moest doen. De man stak zijn hand uit en ik schudde hem. Maar je bent het niet, zei ik. De blik van de man werd onzeker, alsof hij zelf nu ook begon te twijfelen aan wie hij was. Gelukkig kwam op dat moment Gerard binnen. Hij lijkt niet eens op me, zei die toen ik het hem vertelde.

Ik lijk ook niet meer zo op wie ik was in de tijd van Schrijvers op elkaar. Waarom heette die club eigenlijk zo? Omdat we allemaal op elkaar waren? Dat was wel een beetje zo, hè, we waren dol op elkaar, al heel snel waren we een cluppie. 

Dat ik Jan van Mersbergen sentimenteel zou hebben genoemd, zoals jij schrijft, kan ik me niet herinneren, maar het is heel goed mogelijk, dat soort dingen zeiden we tegen elkaar. Over schrijven ging het zelden, dat hoefde ook niet, we hoefden elkaar niets uit te leggen. Met een kleine afvaardiging trokken we naar Wieringerwaard, waar jij je nieuwe boek presenteerde. Het officiële gedeelte in het huis van je ouders, daarna met z’n allen eten in een grote schuur met lange tafels waar – in mijn herinnering, en als het niet zo was: vergeef me mijn romantische blik – roodgeblokte kleden overheen lagen. Een wereld die ik niet kende, waar jij ons had uitgenodigd. Buren, familie plus een samengeraapt zooitje uit Amsterdam. 
Er waren altijd boekpresentaties, feestjes, borrels waar we elkaar tegenkwamen. Eigenlijk waren we een mobiele stamkroeg met z’n allen. Man, wat ging er een drank doorheen. Dat was toen al een probleem. Hadden jullie de dag erna gewoon een kater, ik had een kater plus migraine. Toen ik uit de binnenstad verhuisde, naar de rustige kant van de Amstel, bleef ik steeds vaker thuis. Mijn kop trok het niet meer.

Er kwam een eetgroep, meerdere eetgroepen, ik weet het ook niet meer – en ik dronk amper, kun je nagaan. Ik herinner me wel een of twee etentjes bij jou thuis, in de Gerbrand Bakker-straat – onder het straatnaambord met je naam erop. Die straat bestaat, in Groningen, ik heb het opgezocht. Jij was de enige die we kenden naar wie een straat was genoemd. Ik geloof niet dat een van ons daar ooit iets over heeft gezegd, we deden alsof dat doodnormaal was, alsof onze hele vrienden- en kennissenkring bestond uit mensen naar wie straten waren genoemd. We waren goed in downplayen, uit ongemak misschien, of uit schaamte over het uitblijven van ons eigen succes. Jij was onze beroemde schrijver. Heel lang was er iets dat je niet mocht vertellen, iets dat niemand mocht weten, we mochten alleen weten dat er iets was dat je niet mocht vertellen. Je had de International IMPAC Dublin Literary Award gewonnen voor Boven is het stil en dat wist je al maanden voordat het nieuws naar buiten werd gebracht. Wat een marteling. Ik zou gek zijn geworden, willekeurige voorbijgangers hebben aangeklampt, ’s nachts mijn hoofd uit het raam hebben gestoken om het naar de lege straat te schreeuwen. Maar jij was zeer beheerst. Of leek dat maar zo?

Hoe dan ook, genoeg over het verleden. We kunnen elkaar natuurlijk tot in de eeuwigheid flessenpost blijven sturen, ook leuk, maar we kunnen ook gewoon weer eens afspreken. Overdag met een kopje thee en een taartje om het te vieren. Schrijversborrel 2.0. 

XM 

Gerbrands brief aan mij staat HIER