maandag 5 april 2021

Chat

Ik bleek zonder het te weten een jaarabonnement op Adobe te hebben afgesloten. Ik had een gratis proefversie gedownload om één foto te bewerken en het proefabonnement meteen weer opgezegd, maar blijkbaar was er iets fout gegaan. Er was al twee keer abonnementsgeld afgeschreven.

Ik probeerde Adobe een bericht te sturen. Je bleek alleen te kunnen bellen of chatten – in het Engels. Ik koos voor de chat. Drie kwartier zat ik met Josephine op de chat. Josephine was heel behulpzaam, zo wilde ze mijn Adobe-abonnement wel gratis voor me omzetten in een abonnement op Photoshop of iets anders. Ik wil geen abonnement, schreef ik, ik wil dat mijn abonnement geannuleerd wordt. Dat begreep Josephine, daarom wilde ze me een korting geven op mijn jaarabonnement. Ik zei weer dat ik geen abonnement wilde.
OK Ma, schreef Josephine  – uit luiheid had ik bij de registratie alleen de eerste twee letters van mijn voornaam ingevuld – ik zal het abonnement voor je annuleren. Dat kost 50% van het resterende abonnementsgeld, in jouw geval € 91,- Zal ik het abonnement annuleren, Ma? Of heb je liever een abonnement op een andere dienst, ik heb een aanbod voor…
En zo ging het door.
Het laatste dat ik aan Josephine typte, en daar ben ik niet trots op, was: FUCK OFF. 
Daarna deed ik wat ik meestal doe als ik het niet meer weet. Ik deed alsof het niet bestond. Ik negeerde het.

Maar ’s avonds in bed zag ik opeens voor me hoe ik ergens in de toekomst niet door de douane zou komen doordat ik nog een openstaande schuld bij Adobe had van 6.000 euro. 

De volgende dag meldde ik me weer op de chat. Nu trof ik Namrata. Een moment, typte Namrata, dan lees ik even je eerdere berichten door. 
Ik dacht aan de fuck off waarmee ik het vorige gesprek had afgesloten, maar zei niks.
Ik begrijp dat je boos bent, schreef Namrata even later, laat me je helpen. 
Ze had een mooi aanbod voor me, een korting op mijn jaarabonnement. Of ze kon mijn abonnement voor me overzetten in iets anders, misschien wilde ik een abonnement op Photoshop?

Ik zag voor me hoe ze daar op de twaalfde verdieping van een gammel gebouw in New Delhi kantoortje zat te spelen, en toen dacht ik: dit kan ik ook.
Ik verzon een advocaat met wie ik net had gebeld. Ze (geloofwaardigheid zit in de details) had me verteld dat het hier in mijn land verboden was om stilzwijgend een abonnement te verlengen. 
Dat laatste verzon ik niet, ik had het gelezen op een van de klachtensites waar ik die middag was beland toen ik Adobe googelde. Honderden klachten bij elkaar. Of eigenlijk waren het er maar twee: Adobe heeft zomaar mijn abonnement verlengd. En: ik kan mijn Adobe-abonnement niet stopzetten. Eerst voelde ik opluchting. Het lag dus niet aan mij. Toen kwam de verbijstering. Adobe, dat was toch een, zeg maar, normáál bedrijf? 

Ik herhaalde tegenover Namrata wat ik eerder had getypt over verboden, illegaal en strafbaar. Namrata herhaalde haar aanbod.
Hang on, zei ik toen, my lawyer is on the phone. Ik liep naar de badkamer om mijn oververhitte hoofd onder de kraan te houden. Ik depte mijn gezicht droog. Haalde een paar keer diep adem en dronk een glas water. Ik dacht aan Hill Street Blues. Let’s be careful out there.
Ik ging terug naar Namrata. We’re going to press charges, schreef ik.
Er verschenen drie dansende puntjes. Ze verdwenen weer. 
Goed, typte Namrata, bij hoge uitzondering zal ik je abonnement annuleren. 
Bedankt, zei ik, en ik wil ook het abonnementsgeld dat is afgeschreven terug. 
Dat begreep Namrata, maar dat ging helaas niet. 
Zou je zo vriendelijk willen zijn me je achternaam te geven, schreef ik, mijn advocaat heeft je volledige naam nodig.
Het bleef heel lang stil. Zelfs geen dansende puntjes verschenen er.
Sorry, ik wilde je niet bang maken, schreef ik, je klinkt als een heel aardig persoon. Het is je baas waar we achteraan gaan. Maar daarvoor hebben we wel jouw volledige naam nodig. 
Dit was beter dan fuck you typen, veel beter. Het was lekker, ik genoot. 

Eindelijk verscheen er een bericht. Er zou een uitzondering voor me worden gemaakt. Het afgeschreven geld werd teruggestort. Ook heette Namrata nu opeens Jayshree. Daarna las ik dat het gesprek was beëindigd. 

Ik moest een halfuur met wapperende armen door de kamer lopen om de adrenaline kwijt te raken. Ik had gewonnen. Ik schonk mezelf een glas wijn in. Schrokte een reep chocola weg. Langzaam maakte de euforie plaats voor wat anders. Ik dacht aan Namrata in haar snoeihete, door TL-balken verlichte kantoor die elk moment door haar supervisor op het matje kon worden geroepen. Ik had niet gewonnen. Niemand had gewonnen. We waren allemaal verrot.