vrijdag 5 juni 2020

IJdelheid

#1
Op een dag zat ik in de trein. Het was druk, alle stoelen waren bezet. We droegen nog geen mondkapjes en mochten elkaar nog aanraken. Ik staarde wat uit het raam en soms dwaalde mijn blik even de coupƩ rond. Elke keer als dat gebeurde zag ik een vrouw die een paar stoelen voor me zat, met haar gezicht naar me toe, wegkijken. Na een paar keer wist ik het zeker: ze keek naar me.
Ik richtte mijn blik weer op het raam en probeerde haar in het spiegelende glas te zien, wat niet lukte. Ik keek quasi onopvallend haar kant uit. Ze keek naar iets dat op haar schoot lag. Haar rechterhand bewoog. Ze tekende. Toen keek ze op, naar mij. Snel keek ik weer naar het raam.
Waarom had ze mij uitgekozen? Mijn gezicht ziet er nogal boos uit in de neutrale stand. Dat had ik als kind al en het is nooit meer weggegaan. Hoe vaak er al niet een bouwvakker tegen me heeft gezegd dat ik niet zo boos moet kijken. Bouwvakkers houden niet van boos kijkende vrouwen. Maar deze vrouw misschien wel. Misschien was het haar ding, portretten van boze vrouwen. Onopvallend probeerde ik mijn gezicht wat te verzachten. Ik trok mijn mondhoeken licht naar boven en haalde de strakke staar uit mijn ogen. Ik vroeg me af of de vrouw nog tekende. Misschien was ze klaar, dacht ze: dit wordt niks.
De trein stopte en ze kwam overeind. Ik keek haar na toen ze wegliep. Op haar tas stond een smiley.

#2
Ooit had mijn vriendin een kalknagel aan haar grote teen. Ze vond het geen gezicht en ging ermee naar de huisarts. Die pakte een tangetje uit een la en voordat mijn vriendin a kon zeggen had hij de nagel er al uit getrokken.
Ze vertelde het me geschrokken, met een omzwachtelde teen.
De schimmel die kalknagel had veroorzaakt verdween er niet door, die groeide gewoon weer terug, samen met de nieuwe nagel. Dat wist die dokter natuurlijk ook. Waarom had hij dan zo gehandeld? Het was alsof hij er genoeg van had, alsof hij had gedacht: al die voorschriften, al dat gelul, mijn manier werkt net zo goed.
Of misschien had hij gewoon genoeg van zijn patiƫnten die dag en wilde hij dat ze nooit meer terugkwamen.