woensdag 12 oktober 2016

Dr. Johnson's babyolie

Ze is jong, ik vraag me zelfs af of ze meerderjarig is. Moet je meerderjarig zijn voor dit werk? Ze draagt een versleten zwarte panty en een zuurstokroze mini-jurk die floddert om haar magere lijf. ‘Uurtje?’
Ik knik. De meesten spreken maar drie woorden Nederlands: uurtje. Is goed? Omdraaien (omdlaaien).
‘Niet werken?’ vraagt ze, als ik op de bank ga liggen. Ik vertel dat ik mijn eigen baas ben. Dat ik thuis werk. Ze reageert niet. Ik hoor hoe ze haar handen invet met Dr. Johnson’s babyolie en leg mijn gezicht in het gat.
Ze heeft kleine, sterke handen. Ik ruik haar zweet. Het is warm in het kamertje en haar jurk is van polyester. Ze zegt dat ze Nederlands leert, dan kan ze ander werk zoeken en hoeft ze niet meer te masseren.
‘Hoe heet dat?’ Ze wijst op de wasbak.
Ik leer haar de woorden wasbak, gordijn en radiator. Ze herhaalt: ‘Ladiatol.’
‘Je kunt ook verwarming zeggen,’ zeg ik.
Dat vindt ze een beter woord.
Ik vraag hoe ze heet. Ze zegt iets dat ik niet kan uitspreken.
Ik vraag hoe oud ze is. 22.
Ik vraag hoe lang ze hier al werkt. Twee jaar. Ze werkt vier dagen in de week van elf tot elf en verdient duizend euro per maand.
Ik ben even stil.
‘En jij?’ vraagt ze.

Ik wil vragen: trek je ook mannen af voor een tientje? Maar ik ben bang dat ze dan zal doen alsof ze me niet verstaat. Bovendien weet ik het antwoord al. Wie masseert er anders in een zuurstokroze mini-jurk? Ik besluit haar straks een hele dikke fooi te geven. Iets anders weet ik niet te verzinnen.
De bel klingelt. Ik hoor de buitendeur opengaan, een mannenstem die goeiemiddag zegt. Een haastig toegesnelde vrouwenstem die teruggroet. ‘Jij over uurtje terugkomen?’
‘Nee, dan wordt het een andere keer,’ bast de mannenstem.
Ik denk aan de vitrine met vissen van keramiek die in het halletje staat.
‘Even wachten ja?’ zegt de vrouwenstem. De deur van mijn kamertje gaat open, de handen op mijn rug vallen even stil. Boven me wordt iets onverstaanbaars gefluisterd. Twee, drie woorden, meer hebben ze niet nodig. Het kneden gaat door. Iets steviger nu.
‘Fluisteren. Dat is zacht praten,’ zeg ik, als de deur weer open en dicht is gegaan. Er volgt geen reactie.
Dan: ‘Omdlaaien.’
Als ik me op mijn rug draai zie ik geen roze jurk, maar een T-shirt en een spijkerbroek.
Ze is verdwenen. Een oudere vrouw heeft haar plaats ingenomen. In het kamertje naast me klinkt gegiechel.