vrijdag 14 augustus 2015

Boo

Groen en Klein zijn hetzelfde type woorden. Niet Groen en Rood, of Groen en Groot. Maar Groen en Klein. Omdat een oe een soort ei is, een R een soort L, en een G een soort K – volgt u mij nog?
De G en de K. In de derde klas lagere school, leerden we de NG en de NK tegelijk. Omdat ze vaak hetzelfde klinken, maar niet hetzelfde zijn. Klinkt en zingt. Je hoort geen verschil.

R en L. Dat Chinezen de R niet kunnen zeggen, daar zijn al genoeg grappen over gemaakt, maar toen ik als negentienjarige naar Kenia ging, ontdekte ik dat ze daar de L en de R verwisselden, ad random, leek het zelfs. Rice werd lice, en de ugali die we aten was ugari. Sindsdien is dat een soort onhaalbaar ideaal: letters naar willekeur anders uitspreken.

In Egypte is de P een B. Ik vroeg eens: ‘Hoe weet je dan het verschil tussen Poo en Boo?’
‘Dat hoor je toch, Boo is met een B, en Boo is met een B.’

De X is een soort Y, dat ziet iedereen.
De P is een soort R – kijk maar naar de Russen.
De I is een L, maar dat is logisch.

Mijn lievelingsklinker is de A. Het is de ordinairste van de klinkers, ik denk dat je dat wel kunt stellen. De eerste, de gemakkelijkst in het gehoor liggende. Meisjesnamen die eindigen op een A werden bij ons thuis vroeger ordinair gevonden. De A is sowieso nogal meisjesachtig. Ook om te zien.
Twee benen onder een rok.