dinsdag 18 augustus 2015

Groen

Voor iemand die Groen heet ben ik opvallend slecht met planten. Als het geen luis of schimmel oploopt, weet ik het wel te verzuipen. Knoppen in bloemen worden droog als papier en gaan nooit open. Kattengras – dat wordt geleverd in een soort afhaalchineesbakjes en alleen een scheut water behoeft – schiet weliswaar al na een paar dagen omhoog, maar weer een paar dagen later is het veranderd in een geel bosje slapgras met een aura van fruitvliegjes. Er wordt hier welig getierd, maar niet door planten.

Eén keer heb ik een peul met drie kleine erwtjes van de erwtenstaak geplukt. Maar dat was toeval. Alles wat ik daarna aan erwten plantte, kwam op en verging, kwam op en verging.
Het is weer net als vroeger, toen ik in een rotan hanger voor mijn raam cactusjes en vetplantjes hield. Daar had je geen omkijken naar, was me verteld, die deden het overal.
Alleen niet bij mij.
Eens in de zoveel tijd haalde ik de skeletjes uit de hanger en fietste naar het tuincentrum voor nieuwe vetplantjes en cactussen. Die het net zo vergingen als hun voorgangers.
Gelukkig kwamen niet lang daarna droogbloemen in de mode.
Hopelijk wordt de urban gardening-rage opgevolgd door een droogbloemenrevival.