woensdag 6 mei 2015

Verstandig

Ter hoogte van de groente ging een vrouw onderuit. Ik was als eerste ter plaatse, want ze had vlak voor me gelopen, doen alsof ik het niet had gezien kon niet meer. Ik stak mijn arm uit en de vrouw greep mijn hand, een intiem gebaar midden in de Dirk.
Onmiddellijk snelden twee andere vrouwen toe. Nu kwam het erop aan. Wie nam de leiding? Wie kon het beste troosten, wie zou het verstandigste doen? Ik was het niet, wist ik onmiddellijk, en met die gedachte overviel me een gevoel van verslagenheid. Ik wist gewoon dat ik het niet was, en straks zouden zij het ook weten. Angstvallig hield ik de hand van de vrouw vast, alsof dat mijn positie als eerste nog even kon veiligstellen. De andere twee grepen de vrouw onder de oksels en trokken haar overeind.
Haar hand gleed uit de mijne.
Ik keek naar de vloer, daar stonden haar schoenen, twee goudkleurige ballerina’s. De vrouw stond op haar blote voeten op de tegels van de Dirk en zei: ‘Even wachten hoor.’ Haar tenen waren rood gelakt.
De twee vrouwen lieten haar even wachten. Ik zette de twee ballerina’s naast elkaar, iets zinnigers kon ik niet bedenken. Toen ik ze oppakte besefte ik dat dát pas intiem was, de schoenen van een vreemde oppakken.
Een van de vrouwen vroeg: ‘Gleed u uit of werd u onwel?’
Zij was de verstandigste, wist ik meteen.
De vrouw met de blote voeten zei: ‘Ik gleed uit.’ Ze wees naar de vloer. Daar lag een geplette sperzieboon. We keken er alle vier naar, alsof de boon nu aan de beurt was om iets te zeggen. Daarna vervolgden we onze weg door de Dirk, allemaal sloegen we een andere richting op. Bij de chips kwam ik de vrouw van de verstandige vraag weer tegen, maar we maakten geen oogcontact.