woensdag 15 april 2015

Maakbaar

We zitten in het docentenkeukentje van het universiteitsgebouw, de zangdocent, de theaterdocent en ik. ‘Het is allemaal de schuld van Idols,’ zegt de theaterdocent.
De zangdocent knikt. ‘Precies. Nu denken ze allemaal dat ze kunnen doorbreken.’ Ze prikt met haar vork in haar noedels, die nog hard zijn. Mijn maag rommelt, ik ben vergeten thuis te eten. Teveel commotie vlak voor vertrek. Ik trek het deksel van de medewerkerskoektrommel.
‘Zet hem maar op tafel,’ zegt de theaterdocent. Ze pakt een koekje. ‘Het is iets van deze tijd, iedereen wil beroemd worden. En ze denken dat het voldoende is om het alleen maar te willen.’
‘Ik hoor altijd dat ze een boek willen schrijven,’ zeg ik. ‘Dat is namelijk een kwestie van er gewoon even voor gaan zitten.’
De theaterdocent pakt nog een koekje. ‘Sorry, ik ben het even vergeten, maar schreef jij nou ook boeken?’
‘Grappig dat je dat vraagt,’ zeg ik, op dezelfde quasi-spontane toon die ik in mijn lessen aansla als ik een bruggetje zoek, en ik open de tas die op mijn schoot ligt. ‘Toevallig is mijn nieuwe boek nét vanmiddag van de drukker gekomen.’ Ik hou het op.
De twee docenten kijken naar elkaar en dan naar mij.
‘Dat doe je dus helemaal verkeerd, hè,’ zegt de zangdocent. ‘Je had meteen toen je binnenkwam je boek uit je tas moeten pakken en moeten zeggen: ‘Kijk, vandaag uitgekomen!’
De theaterdocent knikt. ‘Ja, je moet wel een beetje publiciteit maken.’
Ik mompel iets over de publiciteitsafdeling van de uitgeverij. Ze wuift het weg. ‘Je moet het zelf doen. En straks in de les aan je cursisten laten zien, hoor. Die van mij doen van alles. Ze werken bij de radio, bij de tv… Daar moet je gebruik van maken.’
Ik knik. Die van mij doen ook van alles. Ik probeer me te herinneren wat ook alweer. Het enige dat me te binnen schiet is een cursist van lang geleden die vormgever was bij de Donald Duck.