maandag 23 maart 2015

Stoelriemen vast

Vandaag gaat mijn boek naar de drukker. Ik vraag me af of er wel eens een schrijver is geweest die in deze fase nog heeft ingegrepen. Die heeft geroepen: Stop de persen! Om zodra het enorme apparaat schuddend en hijgend was stilgevallen, de halfbedrukte velletjes van de band te grissen en ermee vandoor te gaan.
Je kunt nog terug, zeg ik soms tegen mezelf als ik voor een grote, verre reis sta. Ik zeg het op weg naar Schiphol, ik zeg het bij de gate, en ik zeg het als ik de stoelriem al heb vastgemaakt, maar de deur van het vliegtuig nog open staat. Je kunt nog terug, het is nog niet te laat. Je kunt tegen de stewardessen zeggen dat je een voorgevoel hebt, daar zijn ze gevoelig voor. Er zijn vliegtuigen neergestort waarvan passagiers op het laatste moment zijn uitgestapt, omdat ze een voorgevoel hadden. Iedereen bewonderde hun doortastendheid.

Vlak voor ik debuteerde zei een Grote Schrijver tegen me: je denkt dat het je hele leven zal veranderen, maar er verandert niks. Hij kreeg gelijk.
Ik herhaal zijn woorden nu voor mezelf, want op een of andere manier voelt dit boek als mijn debuut. Mijn echte debuut. Maar het maakt niks uit. 's Nachts word ik wakker van kramp in mijn kuiten, 's morgens heb ik een stijve nek. Elke nacht train ik, in voorbereiding op iets waar ik geen enkele invloed meer op heb. Ik kan alleen maar afwachten. Met mijn riem om tot het 'stoelriemen vast'-teken is gedoofd.