dinsdag 10 maart 2015

Foto

De vriendin van mijn ex postte op Facebook een foto van haar vriend. Ik kende de foto maar al te goed, ik had hem zelf gemaakt, op een vakantie een paar jaar eerder. Dat zij die foto nu postte, voelde op een vreemde manier als diefstal. De man mocht ze hebben, maar de foto was van mij. Feitelijk had ik alleen op de afdrukknop gedrukt, en later de prints bij de Hema opgehaald – in tweevoud, een stapeltje voor hem en een stapeltje voor mij, alsof we toen al iets voorvoelden – maar het moment was van mij geweest, van ons, zoals we toen nog heetten.

Een kort verhaal, zeg ik vaak tegen mijn schrijfstudenten, is als een vakantiefoto, jíj weet wat zich aan de randen afspeelt, en wat er voorafgaand aan het moment dat de foto werd genomen gebeurde. Jij weet wie de mensen erop zijn, wat hun geschiedenis is. Maar dat vertel je niet in je verhaal.

Ik keek naar de vakantiefoto van mijn ex en zag hem weer zoals ik hem toen kende. Ik zag de hoop en het vertrouwen, de overtuiging om niet alleen dit, maar nog veel meer samen te gaan doen. Ik zag de Ray Ban zonnebril die drie weken lang mijn gezicht had weerspiegeld. Ik zag de kreukels die zich niet uit zijn overhemd lieten strijken met het reisstrijkboutje (‘De stewardess’), en ik zag de verlegenheid toen er geen deur in onze badkamer bleek te zitten. Als hij moest poepen trok hij een handdoek over zijn hoofd zodat ik zijn gezicht niet zag. We kenden elkaar nog maar kort, en ik voelde al dat het niet eeuwig zou gaan duren. Maar we deden ons best, ons uiterste best. Dat was het enige wat we konden doen.