maandag 1 december 2014

Meegeteld

Ik zit in de metro, een lekker warme metro, maar ik hoef maar drie haltes, niet genoeg om op te warmen.
Op de wanden van de metrowagen staan namen van wereldsteden met het precieze aantal inwoners eronder. Het valt me op dat alle steden in warme landen liggen. Kuala Lumpur. Caracas. Nairobi.

In 1989 was er een volkstelling in Kenia. Overal kwam je mannen met klemborden tegen, druk bezig met tellen. Op een dag werd ik meegeteld.
‘Ik woon hier niet,’ zei ik. ‘Ik ben slechts op bezoek.’
‘Maak niet uit,’ zei de teller. Alsof hij me een gunst verleende noteerde hij mijn naam, en ik dacht: ik ben een Keniaan.
Een paar weken later werd ik opnieuw geteld, in een andere stad, door een andere man met een ander klembord. Ook die zei dat het niet uitmaakte, en toen was ik er al twee.

De metro stopt bij mijn halte. Ik sla mijn sjaal drie keer om mijn hals, zet mijn muts op, trek mijn handschoenen aan. Een ijzige wind trekt over het perron. Ik stamp naar huis. Ik ben twee Kenianen.