dinsdag 11 november 2014

Ui

Ik lig in bed met een ui naast mijn kussen. Ik kan geen neusdruppels meer gebruiken, ik heb ze al te lang gebruikt. Ik ben een otrivinist geworden. Dat is een woord, zoek maar op. Ik moet ervan af, maar zodra ik ga liggen verstopt mijn neus, krijg ik het gevoel alsof ik stik. Een ui helpt, zei iemand. Een doorgesneden ui naast je bed. Ik neem een sjalot. Sterker dan een ui. En leg de helften aan weerszijden van mijn kussen. Zo dichtbij mogelijk.
Het helpt, mijn neus blijft open. Maar ik slaap niet. Heel lang lig ik wakker, me afvragend wanneer het gaat wennen, die geur. 's Nachts droom ik van haring. De een na de ander werk ik naar binnen. Zonder zuur, maar met uitjes. 's Morgens proef ik het nog.