vrijdag 8 augustus 2014

De reünie


Een halfjaar nadat we een schooltje hadden staan bouwen in Afrika kwam er een reünie.
Drie weken lang hadden we samen gewerkt, een krappe hut gedeeld, en verhalen verteld rond het kampvuur. Eenmaal thuis merkten we pas hoezeer we aan elkaar gehecht waren geraakt. Dikke luchtpostenveloppen gingen over en weer. Een van de Nederlandse meisjes bekende verliefd te zijn geworden op een van de Engelse jongens. Ze schreef een brief om hem dat te vertellen, hij schreef terug dat hij al een vriendin had.

En toen kwam de reünie. Omdat Amsterdam het centraalst lag, zou het bij mij plaatsvinden.
Ik had een kleine eenkamerwoning, maar met een beetje passen en meten zouden we er alle veertien op de vloer kunnen slapen.

Het Duitse meisje kwam al een dag eerder, dat leek haar gezellig. Ze arriveerde tegen de avond, ik kookte, we dronken twee flessen wijn leeg en toen ik opstond om naar de wc te gaan, stond zij ook op. Heel dicht bij me stond ze, zo dicht bij dat haar tenen mijn tenen overlapten. Wat raar dat ze dat niet in de gaten heeft, dacht ik, en trok voorzichtig mijn voet weg.

De volgende dag arriveerde de rest, de Engelse jongen als laatste. Hij lachte naar het Nederlandse meisje dat hem de brief had geschreven, maar toen hij een gesprek met haar wilde beginnen, wendde ze zich af en ging heel hard staan lachen met de Denen. We aten boerenkool met worst die avond, uit hele grote pannen. Na het eten liep het Nederlandse meisje naar mijn bed, dat achter in de kamer stond, en ging liggen. Het Duitse meisje liep achter haar aan en ging ook liggen.

Langzaam, een voor een, beseften we wat er in dat bed gebeurde. We praatten verder, maar niemand was er nog met zijn gedachten bij, dat zag je. Er gingen foto’s rond, en de Engelse jongen bleek een heel raar lachje te hebben, dat ons in Afrika nooit was opgevallen.

Na een poosje kwam het Nederlandse meisje weer tevoorschijn. Ze liep naar het aanrecht en begon uitgebreid haar handen te wassen met zeep. Het Duitse meisje bleef nog even liggen. De gesprekken gingen gewoon door, maar er was iets krampachtigs in onze blikken geslopen. De Engelse jongen vroeg om een aspirientje.