vrijdag 9 mei 2014

Watermeloen

We hadden afgesproken voor de ingang, de schrijfster, de dichter en ik. Er was een literaire avond met grote namen. Ik kende het gebouw, was er regelmatig binnen geweest. Maar dat was voor mijn verhuizing, en sindsdien is er van alles veranderd, overal. Ik liep naar waar de ingang altijd zat, maar daar was geen ingang. Er zat een muur en ik zag zo dat daar geen doorkomen aan was. Ik liep de hele voorzijde van het gebouw langs, langs de boekwinkel en het café die bij het gebouw horen, maar nergens kon je naar binnen.
Ik moest denken aan een verhaal van Arnon Grunberg over een man die een watermeloen mee wil nemen naar een feestje waar hij allerlei belangrijke mensen hoopt te ontmoeten, maar hij komt nooit op dat feestje aan, en de watermeloen wordt aan stukken gehakt door voorbijgangers.
'Wat is zijn doel?' had ik mijn schrijfstudenten gevraagd.
'De watermeloen op dat feestje krijgen,' zeiden ze.
Maar zijn doel was natuurlijk een belangrijk persoon worden, de watermeloen en de belangrijke mensen waren de middelen.
Ik draaide om en liep terug, de hele voorzijde van het gebouw langs. Het regende. In het portiek van het café, dat nu gesloten was, stond Mensje van Keulen, een van de schrijvers die zou voorlezen. Ik liep verder. Toen stapte er iemand van de fiets. Het was Anna Enquist, een van de andere schrijvers die zou voorlezen. Ze droeg een regenpak en bleef wat voor het gebouw hangen. Opeens klonk er gekraak in een van de muren. Een deel van de muur week, trok weg, en ontblootte de ingang. Ik liep erheen en bleef in het overdekte gedeelte staan wachten op mijn gezelschap. Een taxi stopte voor de ingang. Het portier ging open en daar zat de oude Remco Campert die probeerde uit te stappen. Misschien moet ik hem even helpen, dacht ik. Maar ik aarzelde te lang, en vanuit een verdekt opgestelde positie schoot een vrouw te hulp.
Toen arriveerden mijn vrienden. Ik vertelde dat ik Remco Campert net niet had geholpen.
Gemiste kans, zei de dichter, dit had een mooie anekdote kunnen opleveren, de dag dat ik Remco Campert had helpen uitstappen.
We zwegen even. Toen zei de schrijfster: 'De gemiste kansen, die zijn het interessantst.' En we gingen naar binnen.