vrijdag 10 januari 2014

Bewoners

We treffen elkaar in de duisternis. De verlichting in de centrale hal en de fietsenstalling is uitgevallen. Stikdonker is het. Met z’n vieren fietsen we naar een container aan de andere kant van het spoor, waar we de anderen zullen treffen. De container huisvest een studentencafĂ©, maar er is geen student te bekennen.
Bij de deur staan een jongen en een meisje. ‘Van het bewonersgedoe zeker?’ zeggen ze. Dat hadden ze mensen horen vragen: of hier het bewonersgedoe was.
We worden naar het bovenzaaltje gestuurd. Er staat een biljart en uit de speakers klinkt keihard De Jeugd van Tegenwoordig. Het ruikt er naar hasj. We bestellen koffie en thee en vragen of de muziek iets zachter mag. Dat moet met de eigenaar worden besproken. Even later komt er een meisje boven dat aan de boxen begint te frunniken. Het maakt nauwelijks verschil. Op luid volume stellen we ons aan elkaar voor, en dan is het bewonerscommissie een feit. Tijd om de punten te behandelen.

- De lift. Vrijwel iedereen heeft er wel eens in vast gezeten, of kent iemand die heeft vast gezeten. Er volgen verhalen over drie kwartier, twee uur, over kleine kinderen die door de brandweer zijn bevrijd. ‘Ik neem nooit de linker,’ zegt iedereen, ‘het is altijd de linker.’
- De inbraken. Zeven keer is er ingebroken in zes maanden tijd, plus een aantal pogingen tot. Op AT5 is het geweest, het Guinness Book of Records hing al bijna aan de telefoon. Onze speciale sloten met politiekeurmerk, binnen 20 seconden waren ze ontsloten, in zijn geheel uit de deur gejast. De Bulgaarse methode, heet dat. Er staan instructiefilmpjes op YouTube.
- De stank. Roken wij dat ook? Etensgeuren als je het ventilatiesysteem aanzette, en… wc-luchtjes.

De kersverse secretaris notuleert zich rot, de kersverse voorzitter heeft moeite de orde te bewaren. De tranen staan in onze ogen. Tranen van het lachen wel te verstaan.

Volgende punt:
- De fietsenstalling. Voor scooters is geen plaats, maar achterin is ruimte gereserveerd voor minstens twaalf scootmobielen. Wat zagen ze voor zich, onze woningstichting, toen ze ons gebouw ontwierpen?
- Het parkeerbeleid. Ja, het is sinds kort betaald parkeren op het parkeerplaatsje voor de deur, maar er komt pas in 2015 een parkeerautomaat. De enige andere parkeerautomaat staat aan het einde van de straat, praktisch in de Amstel. ‘Maar binnen de verplichte vijfhonderd meter,’ zegt iemand, die het eigenhandig heeft nagemeten. Met bijna vijfhonderd voetstappen.
- De parkeergarage die nooit is afgebouwd. Een hek, een inrit en een blinde muur, daar bestaat hij uit. ‘Er woont een man in de parkeergarage,’ zegt iemand, ‘ik heb hem naar binnen zien gaan.’

Na twee uur zit de vergadering erop. We fietsen gezamenlijk terug, want we moeten allemaal dezelfde kant op. De hal van ons gebouw is nog steeds verduisterd. Een enkeling waagt de afdaling naar de donkere fietsenstalling. Iemand drukt op de knop van de lift. Het is de linkerlift die als eerste komt. We stappen in, met z’n allen. Dan moet het maar zo zijn, zeggen we.