donderdag 5 december 2013

Gino

In de Van Baerlestraat brandde de feestverlichting en het wegdek glom van de regen. Het was typisch sinterklaasweer. Voor me fietste een vrouw in regenpak, aan haar bagagedrager zaten een paar stevige fietstassen. Ze was van middelbare leeftijd en op alles voorbereid. Bij het oude conservatorium stopte ze voor het stoplicht. Ik stopte achter haar. Op de stoep stond een neger te schreeuwen. Hij had een bierflesje in zijn hand.
Ik herkende hem onmiddellijk. Het was Gino. Ruim twintig jaar geleden leerde ik hem kennen, een zachtaardige jongen met een lieve glimlach en stemmen in zijn hoofd. Maar daar werd hij voor behandeld. Soms moest Gino een poosje worden opgenomen. Dan hadden de stemmen hem rare dingen laten doen.
Nu stond hij hier met een bierfles te zwaaien. Toen zag hij de vrouw in het regenpak. Zwalkend liep hij op haar af. ‘Moest jij niet binnen blijven?’ schreeuwde hij. Wat hadden ze nou gezegd? Jij zou binnen blijven!’
De vrouw gaf geen krimp, ze bleef recht voor zich uit kijken. Gino ging door met schreeuwen. Hij maaide wild met zijn armen. Straks zou zijn blik naar mij glijden. Ik keek strak naar het stoplicht. Er was twintig jaar verstreken. Ik was veranderd. Maar dat was hij ook, en ik herkende hem ook meteen.
Eindelijk sprong het stoplicht op groen. We stapten op en reden verder. Gino was gestopt met schreeuwen. Ik keek niet meer achterom.