dinsdag 5 november 2013

Ritalin

We zijn met zes surveillanten. We hebben allemaal een strategische positie ingenomen. Er zitten tweehonderdvijftig studenten in de zaal, maar we letten vooral op elkaar. Als een van ons in beweging komt en langzaam tussen de tafeltjes door loopt, volgen de anderen hem met argusogen. Als hij tot stilstand is gekomen en een andere positie heeft ingenomen duurt het niet lang of een ander van ons komt in beweging. Ook die loopt nu, in hetzelfde lage tempo langs de tafels. We ontwijken elkaars blikken.
Het is koud in de ruimte, maar de studenten dragen T-shirts en hebben rode hoofden van de warmte.
‘Ritalin,’ had een van mijn schrijfcursisten de vorige avond gezegd, ‘alle studenten slikken tegenwoordig Ritalin om beter te kunnen presteren.’
‘Snuiven, niet slikken,’ zei een ander.
En weer een ander zei: ‘Niet alleen studenten, het hele zakendistrict van Londen draait op Ritalin. Anders houden ze het niet vol, die veertienurige werkdagen.’
Ik laat mijn ogen langs de studenten gaan, probeer de Ritalinsnuivers te ontdekken, maar weet niet precies wat de signalen zijn.
Iemand hoest. Ik heb zin om ook te hoesten, zomaar, om de stilte te doorbreken. We moeten nog anderhalf uur. Ik probeer buikspieroefeningen te doen zonder dat iemand het ziet.
Een van de surveillanten komt in beweging en begint aan een ronde langs de tafels. Straks ben ik aan de beurt. Ik heb nog niet gelopen. Ik probeer in te schatten wat het beste moment is om in beweging te komen, maar telkens verstrijkt het moment dat ik uitkies zonder dat ik in beweging kom. Elke opdracht die mijn hersens naar mijn spieren sturen strandt halverwege. Tot er een heleboel goeie voornemens liggen samen te klonteren, ergens in dat gebied tussen drang en daad.
Een surveillant pakt een stapel kladpapier van de docententafel en deelt die uit aan studenten die dat willen.
Shit, dat had ík natuurlijk moeten bedenken. Ik heb nog geen enkel initiatief genomen. Ter compensatie sla ik mijn armen over elkaar en ga extra streng kijken.
Achterin de hoek zit een surveillant steeds verder weg te zakken, blik op de grond gericht. ‘Hé!’ wil ik schreeuwen. Gewoon, om te zien wat het effect is. Ritalin werkt als speed bij mensen die geen ADD of ADHD hebben. Wat gebruikte ik toen ik nog studeerde? Koffie. Ritalin bestond nog niet. Ik kijk op de klok. Er zijn drie minuten verstreken sinds de laatste keer dat ik keek. Ik heb het koud. Wat als ik hier een dansje zou doen, heel kort maar, zou iemand daar dan iets van zeggen? Zouden een van de andere surveillanten het speciale noodnummer bellen, en zou ik dan worden afgevoerd? Of is daar meer voor nodig?
Ik zou eens een verhaal moeten schrijven over mijn neiging tot sabotage als een manier om controle te krijgen op dingen.
‘Nog tien minuten,’ klinkt het door de microfoon.
Ik voel opeens mijn benen in beweging komen.