maandag 14 oktober 2013

Zwart

Ik durf het nu wel te zeggen, ik was vroeger bang voor Zwarte Piet. Die duivelse clown met zijn takkenbos en die zak waarin je naar Spanje werd ontvoerd als je niet braaf was geweest (en wie was dat nou wel?).
Elk jaar ging ik met mijn ouders mee naar de intocht van Sint Nicolaas in Amstelveen, en elk jaar stond ik weer met klamme handen in de massa te wachten tot ze dichterbij kwamen, stilletjes hopend dat geen van de Pieten voor me stil zou blijven staan en zijn enge witte ogen op me zou richten.
Dan maar geen snoep.
Gelukkig wilden alle kinderen vooraan staan, en had mijn moeder ons geleerd niet voor te dringen.

Als Sinterklaas en zijn knechten (want dat was het woord toch echt) onze school bezochten zat ik misselijk van ellende in mijn bank te wachten tot ze onze klas binnen vielen om ons te bekogelen met pepernoten. Menig sinterklaasviering lag ik thuis ziek in bed.
Onschuldig volksvermaak, ammehoela.

Dat Zwarte Piet een neger was, wist ik, want met zijn dikke krulhaar, zijn zwarte toet en dikke rode lippen leek hij precies op de afbeeldingen van negers in kinderboeken. Het verhaal over die schoorsteen, dát vond ik ongeloofwaardig. Wie kan er nou door een schoorsteen?
Dat de Surinaamse kinderen in onze straat geen sinterklaas vierden, vond ik, kortom, héél verstandig.