donderdag 31 oktober 2013

Autoriteit

Ik sta voor de klas. Niet als docent ditmaal, maar als surveillant. Some one’s gotta bring home the bacon, zou Andy Warhol hebben gezegd, en omdat ik de enige thuis ben, moet ik dat doen. Ik moet vooral letten op spiekers. Ik heb veel gespiekt vroeger, ik ken alle trucs nog. Maar er schijnen tegenwoordig veel ingenieuzere methodes te bestaan. Er bestaat zelfs een website met de beste spiektips. Dat hoorde ik allemaal op de training, die plaats vond in een bedompt zolderkamertje van een uitzendbureau. Er stonden glazen op tafel en bakjes met melk en suiker, maar we kregen niks te drinken. Wel heel veel informatie over andere surveillanten die zomaar waren weggelopen en nooit meer waren teruggekomen. Dat was dus niet de bedoeling.
Ik was het ook niet van plan. Ik neem mijn werk serieus, ook al betaalt het maar een schijntje van wat ik gewend ben betaald te krijgen. Ik heb een jasje aangetrokken. Mijn strenge bril opgezet. Dat laatste is ook nodig, want zonder die bril zie ik niet verder dan anderhalve meter. Ik loop door de klas, langzaam, met mijn armen over elkaar. Het tapijt dempt mijn voetstappen. Er gaat een enorme autoriteit van me uit, dat voel ik. Meer dan nog dan wanneer ik les geef. Dan is er altijd wel een student die met me in discussie gaat. Die twijfelt aan wat ik zeg. En dan heb ik het nog niet eens over de saboteurs die mijn autoriteit proberen te ondermijnen. Hier mag niemand iets zeggen zonder mijn toestemming. Als ze iets willen vragen moeten ze hun vinger opsteken. Dan loop ik naar ze toe en mogen ze op fluistertoon iets vragen. Mits het belangrijk is. Af en toe kijkt er iemand op en vangt mijn blik. Dan kijk ik niet weg, ik kijk strak terug. Met een blik die zegt: ik heb je wel door, mij neem je niet in de maling. Ik ben de surveillant from hell. Maar hoe hard ik ook loer, hoe zacht ik ook rondsluip, ik zie niemand spieken, hoor niemand praten. Dat is toch wel een teleurstelling.