woensdag 24 april 2013

Over

De overbuurvrouw die ik alleen ken van achter het raam heeft een kaartje in mijn bus geduwd. Veel geluk in je nieuwe woning. De nieuwe patatbakker, die ik nog nauwelijks heb gesproken zegt: ‘Ah, je komt toch nog wel eens langs voor een patatje?’ en de Turkse kleermaker zegt: ‘Jij was altijd goede buurman.’
Maar ik trek de deur achter me dicht en kijk niet meer om. Tot ik in mijn nieuwe woning sta, omringd door kerstpakketdozen (heel goed geschikt voor boeken) en een van de verhuizers zegt: ‘O jee, we zijn de koelkast vergeten.’ Dan zit ik binnen een seconde weer in het oude huis, bij de koelkast die eenzaam is achtergebleven.
‘Gaat u mee, of zullen we even alleen gaan?’ vragen de verhuizers.
Ik geef ze de sleutels. ‘Ga maar alleen.’
Voor geen goud ga ik terug. Ik ben bang dat het oude huis dan zijn klauwen in me zet en nooit meer loslaat.

‘Het ergste is achter de rug,’ zegt iemand die dag tegen me.
Ik zit tussen de dozen, kan niks vinden, er ontbreken vitale onderdelen van afbouwmeubels, ik durf de inductiekookplaat niet aan te sluiten uit angst voor doorbranden en na uren klooien is er nog steeds geen internet, geen telefoon, geen tv. O, en de verhuizers zijn vergeten mijn oude-huissleutels terug te geven.
Een vriendin zegt: ‘Het is ook emotioneel.’

De afgelopen weken waren een feestje. Een feestje op speed, dat wel, maar een feestje. Alles ging vanzelf, ik had alleen maar meewind. Het enige moment van lichte wanhoop was toen mijn vloer arriveerde, negen loeigrote en loodzware multiplex platen, die nét niet in de lift pasten en stuk voor stuk over de trap naar vier hoog moesten worden gedragen. Door ons, want de houthandel had ze buiten voor de deur achtergelaten. Maar zelfs op dat moment wist ik al: het is net als op reis, je maakt zoveel mee dat iets groots de volgende dag al het formaat heeft van een mier.

Ik heb vandaag een supermarkt gevonden. Het was een kwartier fietsen, maar ze hadden er alles wat ik wilde. De poes holt het hele huis door en zit alweer bovenop kasten achter haar eigen staart aan. Vanmorgen werd ik pas om half acht wakker.
We zijn over.