dinsdag 26 maart 2013

Hoeren

Ik sta in de startblokken, ik ben er helemaal klaar voor. Ik zoek uit, pak in en gooi weg wat weg kan. Ik zet ouwe troep op Marktplaats en in de Weggeefhoek. Ik bezoek kringloopwinkels. Ik zoek een verhuizer. Ik vergelijk prijzen van vloeren. Ik schrijf me in bij een klusforum onder de naam ‘Joop’. Ik koop een bank, ik tel mijn geld. Ik maak lijstjes.
Ik zeg mijn huur op.
'Binnen nu en twee weken hoort u wanneer de woning wordt opgeleverd,' had de vrouw van de woningstichting gezegd. 'Als u na drie weken nog niks heeft gehoord, moet u maar even bellen.'
We zijn inmiddels vijf weken verder. Ik heb een medische ingreep uitgesteld. Een opdrachtgever met een heel grote klus laten weten dat ik nog niet kan beginnen. Ik wacht. Op een brief, een telefoontje. Als de brievenbus kleppert, hol ik naar beneden. Als ik ben gebeld door een onbekend nummer, bel ik terug. Ik ga zwemmen en denk: als de computer me kluisnummer 71 toewijst, ligt er bij thuiskomst een brief. 71 is mijn nieuwe huisnummer. Ik krijg kluis 23 toegewezen.
Ik sta in de startblokken en mijn spieren beginnen te verkrampen. Alle voorbereidingen zijn getroffen. Ik heb soep ingevroren. De plattegrond ingekleurd. Dozen opengemaakt omdat er spullen in zaten die ik toch nog nodig bleek te hebben. Er moet alleen nog één ding gebeuren. In de berging staat een oude computer die weg kan, maar nog vol mail zit die ik wil bewaren. Ze staan in een emailaccount dat niet meer in gebruik is. Offline kan ik ze nog lezen, maar meer dan dat ook niet. Ooit ben ik begonnen ze stuk voor stuk te kopiëren naar een floppy. Maar het zijn er nogal veel, en ik haakte af, en nu kan ik zelfs die floppy niet meer lezen. Er bestaan vast snellere, betere manieren om mail te kopiëren, alleen ik ken ze niet. Nog steeds niet. Maar de mailtjes zijn te mooi om weg te gooien. Ik besluit ze stuk voor stuk te fotograferen. Het zijn er 464. Allemaal van één afzender. De meeste bestaan maar uit een of twee regels. Zoals deze:
Hoeren zijn het.
Ik hou van je.