donderdag 14 februari 2013

Avonturier

Als kind ging ik graag uit logeren. Vrijwel elk weekend sliep ik ergens anders; bij mijn opa’s en oma’s, een vriendinnetje of het buurmeisje. Zomers zette ik een tentje op in de achtertuin waarin ik sliep. Ik haalde mijn zusje over om ook in de tent te komen slapen, maar ze vond het eng en nog voor het goed en wel donker was lag ze al weer binnen in haar eigen bed. Ik probeerde haar over te halen een keer op mijn kamer te komen slapen. Ik had een stapelbed, in het bovenste bed sliep ik zelf, het onderste was voor logés. Mijn zusje zei altijd ja, maar kon nooit zeggen wanneer. Maanden gingen voorbij voor het er eindelijk van kwam. Ik had me er de hele dag op verheugd. Waarom ik het zo leuk vond dat er iemand bij me kwam logeren wist ik niet precies. Ik geloof dat het vooral de verandering was die ik spannend vond, het doorbreken van dagelijkse patronen.
Het was al een poosje donker toen uit het onderste bed gehuil opklonk. Mijn zusje was bang en wilde terug naar haar eigen bed. Ze was geen avonturier. Op haar achttiende vertrok ze voor een jaar naar Amerika. Er kwam een afscheidsetentje met cadeautjes en onbeperkt spareribs. Maar mijn zusje vond het niet leuk in Amerika. Na een week was ze weer terug.

Gedachte n.a.v. een scène in Vergeef ons van A.M. Homes waarin de hoofdpersoon vertelt dat hij als kind kampeerde in de tuin.