vrijdag 11 januari 2013

Nadenken

Ik las een interview met Bram Bakker die elke ochtend een stuk gaat hardlopen. Als je hardloopt kun je niet nadenken, zegt hij. ‘Probeer maar eens tijdens het rennen te hoofdrekenen: 1369 min 37 min 37 min 37. Lukt niet hè?’
Ik lig in het water en denk na over de definitie van nadenken. Is nadenken sommen maken? Ik zwem en denk na over mijn boek, een blogstukje en ik registreer wat ik zie. Altijd dezelfde mensen zie ik, of dan in elk geval hetzelfde type mensen. De vriendinnen die kwebbelend naast elkaar zwemmen, bijna verticaal. De man die het water aanvalt alsof het de vijand is. De grote gespierde neger die tijdens het borstcrawlen iets sierlijks doet met zijn handen, alsof hij zwemmen met ballet combineert. De oudere man die stoïcijns baantjes trekt op zijn rug, in een schuine lijn, zonder op of om te kijken, hoe druk het ook is. Het zijn altijd mannen die woest water opwerpen of stoïcijns rugzwemmen hoe druk het ook is. Mannen durven dat, die durven ruimte in te nemen. Als ze zitten, als ze staan, als ze praten. Zelfs hun dromen nemen meer ruimte in dan die van vrouwen.
Aan al die dingen denk ik onder het zwemmen. Zwemmen is geen hardlopen, dat blijkt maar weer eens. Zelfs het nummer van mijn kluisje vergeet ik nooit, ook niet als het 81 is of 63, en ik het ’s morgens bij aankomst slaperig heb ingetoetst. Maar als ik thuiskom is mijn hoofd leeg, altijd en precies op tijd.