woensdag 10 oktober 2012

Engelen II

Ze heeft een nieuw huis. Er was niks mis met haar vorige huis, maar dit huis is nog mooier, de locatie nog beter, en het heeft een dakterras. Ze heeft ook een nieuwe baan, eentje die nog leuker is dan de vorige.
‘Ja,’ zegt ze, ‘wat huizen en banen betreft heb ik een engeltje op mijn schouder.’
‘En wat mannen betreft?’ vraag ik.
Haar gezicht betrekt. ‘Een dikke duivel die op mijn kop kakt.’

Ik heb een vriend aan de telefoon, hij komt uit het zuiden. ‘Ja, natuurlijk is het een katholiek ding met die engelen,’ zegt hij. ‘Wacht, ik stuur je er ook wel eentje.’

Een paar maanden terug waren we in Rotterdam. We bezochten de Sint Laurenskerk. Er was een orgelconcert gaande toen we binnenkwamen, een stuk of zeven mensen op stoelen zaten te luisteren. De muziek was afgrijselijk. Toen ik even niet keek, stak de vriend snel een kaarsje aan voor zijn zieke moeder. Daarna keek hij me aan als een jongetje dat stiekem in een hoekje had staan plassen.

Hoe werkt dat eigenlijk met die kaarsjes? Praktisch gezien, bedoel ik. Wat doet degene die aan het einde van de dag de kerk afsluit als er nog kaarsjes branden, laat hij ze opbranden of blaast hij ze uit? Ik hoop het eerste. Als een kaarsje branden voorspoed brengt, kan een kaarsje uitblazen niet veel goeds betekenen.

En dan nog iets: zou degene die ’s morgens de kerk opent onmiddellijk wat kaarsjes aansteken, zoals een straatmuzikant voor hij begint zelf al wat munten in zijn gitaarkoffer neerlegt?

Ik ben niet gelovig en ook niet bijgelovig. Behalve als ik het gevoel heb dat het in mijn nadeel zou kunnen werken. Maar dan nog kost het moeite. Ik denk aan de engelen die naar de door mij gewenste woning zijn gezonden. Ik zie ze daar zitten, twee halfnaakte mannen, kleumend op het balkon. Het is donker, ze hebben honger en niks meer om over te praten. Ze doen me denken aan de autistische man in die hartverscheurende documentaire die ik zag. Een en al goede bedoelingen, maar niets van de wereld begrijpen. Ik krijg pijn in mijn buik als ik eraan denk.