woensdag 19 september 2012

Ei

Ik dacht dat het door de vermoeidheid kwam. Ik heb het zo koud. Maar als ik naar buiten ga, merk ik dat het echt koud is. Ik zet de verwarming aan, en het huis vult zich met de geur van zes maanden opgehoopt stof. Ik schenk heet water in een beker en neem achter mijn computer plaats. Alleen bij de eerste slok denk ik: wat smaakt die thee waterig, daarna drink ik gewoon door. De beker is al half leeg als ik erin kijk en zie dat ik er geen theezakje in heb gehangen.

Ik ben er nog niet helemaal bij. Ik zet mijn computer aan en open automatisch het document waar ik de afgelopen tweeënhalve maand aan heb gewerkt. Het is af, het hoeft niet meer geopend. Ik moet iets nieuws verzinnen om de dag mee te beginnen.

Er komt een mailtje binnen met de titel 'Doe iets aan de honger, Marieke!' Concreet en gebiedend. Het heeft iets geruststellends.

’s Nachts word ik uit mijn slaap gehouden door een soort jeuk in mijn lijf. Alsof er mieren door mijn aderen marcheren. Ik denk dat het de stress is die eruit moet. Zoals de menstruatie een manier is van het lichaam om grote schoonmaak te houden. Ik moet mijn ei blijkbaar nog kwijt.

Ik werd voorgesteld aan een filmproducent die had gezegd dat er zo’n schrijnend gebrek is aan goeie scenarioschrijvers in dit land. Ik schrijf eigenlijk romans, zei ik.
Romans, zei hij, er worden toch geen goeie romans geschreven in Nederland? Grisham, die schrijft goed. Dat kunnen ze hier niet. Het laatste goeie Nederlandse boek dat ik las was van Mulisch, hoe heet ie, De bestorming van de hemel.
Eh ja, zei ik, maar ik wil dus graag scenario’s schrijven.

Het loopt allemaal nog niet zoals het zou moeten lopen.