dinsdag 18 september 2012

Vriendschap

‘Hoe bevallen de bekers?’ vraag ik mijn vriendin.
Ik had zestien OXO-bekers voor haar besteld op Marktplaats. Ze betaalde ze zelf maar wilde ze niet op haar eigen adres bezorgd krijgen. ‘Laat ze maar bij jou bezorgen,’ zei ze.
‘Maar dan moet jij er straks mee sjouwen.’
Dat maakte niet uit. Ze kon ze niet thuis bezorgd krijgen. Dan ging haar man vragen stellen. Die vond toch al dat ze teveel geld uitgaf.
De bekers arriveerden. Mijn vriendin kwam ze halen. Het was een grote doos vol.
‘Je moet maar zeggen dat ik ze bij een oude tante op zolder heb gevonden en ze zelf niet wilde hebben,’ zei ik.
Dat vond ze een goed idee.
Een paar weken later heb ik haar aan de telefoon.
‘Ik heb ze nog niet in gebruik genomen,’ zegt ze. ‘Ze staan nog te besterven in de schuur. Bij de schoenen en kleren en andere spulletjes van tantes van vriendinnen en kennissen.’
Ik moet denken aan het televisieprogramma Extreme Couponing, waarin op koopjes jagende huisvrouwen hun kelders en garages volstouwen met supermarktspullen.
‘Het is niet ziekelijk, hoor,’ zegt mijn vriendin. ‘Niet zoals mijn vertaarting destijds.’
Ze heeft een tijd lang taarten gebakken. Heel mooie taarten, themataarten met fondant in allerlei kleuren. Iedereen die wat te vieren had, kreeg een bijpassende taart. Op het hoogtepunt van de vertaarting bakte ze er wel vijf per week. Taarten met zwembaden en voetbalvelden, met speelgoeddieren, Playmobilmannetjes en Barbies in feestjurken erop. Iedereen vond ze geweldig. Iedereen vond háár geweldig. Toen zei haar therapeut dat ze ermee moest stoppen. Het liep uit de hand. Het ging niet meer om taart. Het ging om een vertaarting van gevoelens. Ze stopte, en heeft nooit meer een taart gebakken.
‘Ik rook weer stiekem,’ zeg ik.