maandag 30 juli 2012

Natte kattenbrokjes

Jort Kelder stond bij het kattenvoer te telefoneren. Ik had hem naar binnen zien gaan, maar dacht: ik kijk niet. Ik zie elke dag bekende Nederlanders. In mijn straat, in mijn buurt, in mijn kroeg. Soms zelfs in mijn huis. Een bekende Nederlander meer of minder, daar kijk ik echt niet van op. Dus keek ik niet naar Jort. Ik keek héél erg niet.

Jort bleef bij de groenten hangen, dus liep ik door naar het vlees. Jort eet geen vlees, wist ik.
Terwijl ik een bakje houmous in mijn mandje legde, liep hij langs. Ik las de ingrediëntenlijst op een bakje kipkerriesalade. Twee keer. Toen liep ik naar het kattenvoer. Daar stond hij, met zijn gezicht naar het schap natte kattenbrokjes. Hij had zijn telefoon aan zijn oor, maar zei niks. Ik griste een kuipje Whiskas mee en liep door. Toen pas besefte ik wat ik had gezien. Het tweede kuipje Whiskas was voor de helft van de prijs. Ik aarzelde, maar liep toch terug.
Jort stond er nog steeds met de telefoon aan zijn oor. Hij zei weer niks. Een gedachte viel me in. Hij doet maar alsof hij belt.
Ik pakte drie kuipjes Whiskas en dook het gangpad met de frisdranken in. Maar ik had ook kattenbakzakken nodig. Die bij het Kruidvat waren op. En de kattenbak moest verschoond. Er zat niks anders op dan terug te keren.
Jort stond er nog steeds. Met zijn rug naar me toe. Maar ik wist dat hij me had gezien. Er was geen ontkomen aan.
Bij de kassa’s zag ik hem weer. Hij stond bij kassa 3.
Ik koos kassa 4, ook al was de rij daar langer.