maandag 9 juli 2012

Hoe & Wat (Conversatie)

Aan de telefoon:
‘Ik red het niet op tijd, ik zit tien kilometer buiten Boedapest en al het verkeer staat vast. Er is een gay parade en een anti-gay parade. Ja, een demonstratie tegen homo’s. En verderop is alles afgezet vanwege opnames voor Die Hard.’

In een hotelkamer:
‘Ik ontmoette een vrouw, het was de lelijkste vrouw die ik ooit had gezien. Alles aan haar was scheef. Elke keer als ik haar zag trof het me weer hoe lelijk ze was. Ze werd de liefde van mijn leven.’

In de taxi:
‘Waar kom je vandaan?’
‘Holland. En jij, Boedapest?’
‘Nee, Balaton.’
‘Je spreekt goed Engels.’
‘Ja. Heb je kinderen?’
‘Nee.’
‘Misschien later?’
‘Ik ben al een oude vrouw. Heb jij kinderen?’
‘Ja, drie grote. En vijf kleine. Ik heb pech, alleen meisjes.’
‘Dat is zeker pech.’
‘Zo. Hier is je hotel. 49.500.’
‘Haha, je bent grappig. Hier heb je 16.000. Dat is de prijs voor een taxirit.’
‘16.000 is de prijs van je hotel naar de stad. Van de stad naar je hotel is een andere prijs.’
‘Jij bent echt een grapjas. Ik geef je 16.000, dat is de prijs.’
‘16.000 is de prijs van twee coca-cola.’
‘Oké, geef me een nieuwe prijs.’
‘40.000.’
‘Weet je wat, ik geef je 20.000, dan is het klaar.’
‘20.000?!’
‘Ja.’
‘Nee nee. 35.000.’
‘Goed. Hier is 25.000. Fijne dag verder.’
‘Fijne dag. Maar sst! Tegen niemand zeggen. Ik ben een discrete taxi.’