zaterdag 2 juni 2012

Surrealisme

Hij zegt: De man bij wie ik net was is een patafysicus.
Ik zeg: O, van de patafysici.
Hij zegt: Weet je wat dat zijn?
Ik zeg: Nee, eigenlijk niet.
Hij zegt: De opvolgers van de surrealisten.
Ik zeg: Dadaïsten?
Hij zegt: Nee, surrealisten.
Ik zeg: O.

Ik zeg: De schappen in Albert Heijn waren leeg. Niet een beetje leeg, alsof ze niet bijgevuld waren, maar compleet leeg. Zelfs het melkschap was leeg, er stond alleen nog geitenmelk. En op sommige schappen zaten kleine ronde stickertjes. In verschillende kleuren, alsof het codes waren. Is het soms een actie?

Hij zegt: Heb je die sirenes gehoord in de stad? Kruispunten waren afgezet en er stond heel veel politie bij. Overal reden politiewagens, brandweerwagens en ziekenwagens met lachende kinderen erin.
Hij zegt: Dat doen ze blijkbaar eens per jaar.
Hij zegt: Ik vind dat eigenlijk niet kunnen.

Ik zeg: Hoe rijdt je auto?

Hij heeft vorige maand een auto gekregen. Er werd aangebeld en voor de deur stonden een cameraman en een presentator.
‘We hebben begrepen dat jouw auto zo gammel is,’ zei de presentator, ‘dat hij niet eens meer door de APK-keuring komt.'
Mijn vriend lachte. ‘Zo erg is het niet, hoor.’
De camera werd stilgezet. ‘Ja wel,’ zei de presentator, ‘zo erg is het wel. Je auto komt niet meer door de keuring.’
‘O.’
De camera draaide weer.
‘En we hebben ook gehoord dat je elk weekend honderden kilometers rijdt om je ouwe, zieke moedertje te bezoeken,’ zei de man met de microfoon.
‘Nou… niet elk weekend hoor.’
Opnieuw werd de camera stil gezet. ‘Zeg dat nou wel,’ zei de presentator, ‘anders gunnen de kijkers je die auto niet.’
‘Welke kijkers,’ zei de vriend. En toen: ‘Welke auto?’
‘Die je straks van ons krijgt.’
Daarna werd hij meegenomen naar de plek waar zijn nieuwe auto stond. Uit portieken van woningen kwamen blij kijkende familieleden tevoorschijn springen. Die hadden zich daar verstopt.
Hij zegt: ‘Ik was eigenlijk best gehecht aan mijn ouwe bak.’
Ik zeg: ‘Wil je nog een toostje?’