zaterdag 5 mei 2012

Niederländerin

Mijn oma kwam uit Berlijn. Ze had een Duitse moeder en een Engelse vader. Toen Hitler aan de macht kwam, raakte haar vader zijn baan kwijt omdat hij een buitenlander was. Omdat het voor hem onmogelijk was nog werk te vinden in Duitsland, wilde het gezin emigreren naar Nederland. Maar dat mocht niet zomaar, daar was toestemming voor nodig. Ze dienden een verzoek in en wachtten. Er gebeurde niks. Ze dienden een nieuw verzoek in. Weer gebeurde er niks. Toen besloot de moeder van mijn oma een brief te schrijven naar de regering. Niet zomaar naar de regering, maar naar parlementslid Goebbels.

Toen mijn oma klein was, bracht het gezin vaak de zomers door aan de Wannsee. Goebbels had daar een huis. De moeder van mijn oma herinnerde het zich nog goed. Dat schreef ze in haar brief. Ze refereerde aan de mooie zomers die ze hadden meegemaakt aan de Wannsee, en aan het feit dat haar dochter daar had gespeeld met andere kinderen, mogelijk ook met zijn kinderen. Vervolgens schreef ze dat haar gezin graag toestemming wilde om naar Nederland te verhuizen.
Er kwam geen reactie.
In de tussentijd hield Hitler een parade door de stad. Mijn oma was samen met haar vriendinnetje gaan kijken. Toen Hitler naderde gingen alle rechterarmen in het publiek als één arm omhoog. Alleen mijn oma’s arm bleef naar beneden hangen. ‘Wat doe je?’ siste haar vriendin, ‘je kunt wel gearresteerd worden.’ Maar mijn oma weigerde de Hitlergroet te brengen.
Het werd opgemerkt door een politieman. ‘Waarom groet jij de Führer niet?’ zei die. Waarop mijn oma de later nog vaak door haar herhaalde woorden sprak: ‘Ich bin Niederländerin.’
De agent liet haar gaan en niet veel later viel er een brief van de autoriteiten in de bus. Het gezin kreeg toestemming om het land te verlaten en zich in Nederland te vestigen. Ze vertrokken onmiddellijk.