woensdag 7 maart 2012

Vergissing

We waren met opzet vroeg. Het optreden waarvoor we kwamen begon pas om tien uur, maar we hoopten het optreden daarvoor ook nog mee te kunnen pikken. De portier had onze kaartjes al gescand toen een tweede portier ingreep. ‘Nee,’ zei die, ‘je kunt niet naar allebei de optredens op één kaartje.’ Onze kaartjes moesten worden ge-on-scand. Of dat kon wisten ze eigenlijk niet, ze hadden het nooit eerder gedaan. ‘Als het niet goed is gegaan en ik sta niet bij de deur straks moet je mij er maar even bij roepen, ik herken jullie nog wel,’ zei de ene portier, een kleine neger.
‘Anders ik wel,’ zei de andere portier, een lange indo, ‘zo’n leuk stelletje.’

We lieten die opmerking voor wat hij was en anderhalf uur later waren we terug. Er stond inmiddels een flinke rij. De kleine neger stond weer bij de deur. ‘Hallo,’ riepen wij.
Hij reageerde niet en pakte onze kaartjes aan.
‘Die zijn al gescand, hè,’ zeiden wij. ‘Dat moesten we even melden als het mis zou gaan.’
‘Zijn al gescand?’ Hij leek gealarmeerd. ‘Hoezo zijn al gescand, door wie dan?’
‘Door jou!’
‘Door mij?’ Hij deed een stap naar achteren en nam ons achterdochtig op. ‘Wanneer dan?’
‘Om acht uur. Je zei dat we jou er even bij moesten roepen als het niet goed ging.’
‘Zei ik dat?’
O god, dacht ik opeens, er zou toch niet nóg een kleine neger werken, we zouden toch niet… de ene neger voor de andere aanzien?
Achter ons was inmiddels een opstopping ontstaan. De portier wenkte een collega. Het was de lange Indo van eerder. ‘Heb jij hun kaartjes gescand?’ vroeg hij hem, ‘zij zeggen dat hun kaartjes al zijn gescand.’
De man keek ons aan. ‘Door wie dan?’
Wij keken naar onze schoenen.
‘Wacht hier,’ zei de kleine. Hij liep naar het kantoortje.
Achter ons stroomden de mensen naar binnen.
Toen kwam hij weer tevoorschijn en gaf ons de kaartjes terug. ‘Ja hoor, het klopt.’
We durfden niet te vragen wat er klopte en volgens wie, we pakten de kaartjes aan en liepen naar binnen.