vrijdag 3 februari 2012

Vierkant

In een van mijn vroegste herinneringen ga ik samen met mijn vader op bezoek bij zijn oom en tante. Als we in de lift van hun flat staan gebeurt er iets dat enorme indruk op me maakt, iets met mensen, een melkfles en bloed. Meer weet ik er niet meer van, of misschien heb ik het nooit geweten. Ik herinner me dat we daarna uit de lift stapten en ik de galerij voor me zag liggen als een geometrische vorm, een vierkant met vanuit de hoeken weglopende lijnen. Zeg maar zo:

Jaren later lagen op de vloer van mijn kamer rieten matten met het zelfde patroon. Op zomeravonden als het nog licht was wanneer ik naar bed moest, durfde ik er niet naar te kijken. Dan moest ik denken aan bloed en gebroken melkflessen.

De vorm nestelde zich in mijn hoofd. Op een camping in Frankrijk werd ik eens wakker van mijn moeder die vanuit de andere tent fluisterde: ‘Marieke, wat is er?’ Ik besefte dat ik had gehuild in mijn slaap, maar wist niet waarom. Ik wist alleen nog dat ik die vorm had gezien.

Nog jarenlang zag ik het vlak voordat ik in slaap viel, op het moment tussen waken en slapen in. Vooral als ik moe was, na een drukke avond, en mijn lichaam al wegzakte terwijl het in mijn hoofd nog druk was. Dan was het alsof er een koker vanuit mijn hoofd omhoog liep, en aan het einde van die koker zat het vierkant, als een hel verlichtte ruimte. Er liepen mensen in rond, ze praatten, maar waren te ver weg om ze te kunnen verstaan.

Heel soms kan ik het nog oproepen. Ik probeer dichterbij te komen, de gezichten van de mensen te zien, te luisteren naar wat ze zeggen. Maar dat lukt nooit.