woensdag 1 februari 2012

Geheugen

Het geheugen is een wonderlijk ding, denk ik als ik na tweeënhalve dag migraine weer over straat loop. Zodra pijn is weggetrokken ben je hem vergeten.
Het schijnt dat mensen geen geheugen hebben voor pijn. Hadden ze dat wel dan zouden ze trauma’s ontwikkelen. Dat vind ik mooi bedacht van het lichaam.
Voor psychische pijn daarentegen heb je dan weer wel een geheugen, terwijl die pijn veel ondraaglijker kan zijn dan fysieke pijn. Dus helemaal goed geregeld is het ook weer niet.

Het geheugen is een wonderlijk ding. Waarom onthoud je het ene wel en het andere niet? En dan is er nog de manier waarop je iets onthoudt. Een herinnering is constant in beweging, iets dat tien jaar geleden gebeurde herinner je je nu anders dan vijf jaar geleden, en zal ook in de toekomst nog veranderen. Herinneringen worden constant gevoed met verhalen van buitenaf, nieuwe indrukken en ervaringen. Iemand die daar goed in is, kan je zelfs een herinnering aanpraten. Je kunt je dingen gaan herinneren die nooit zijn gebeurd. Zo kunnen mensen ook gaan geloven in hun eigen leugens.

Ik werk momenteel met herinneringen, ik stop ze in een boek. Daar is iets raars mee. Als ik iets heb beschreven wat waargebeurd is en de werkelijkheid een beetje heb aangepast, weet ik op een gegeven moment niet meer waar ik hem heb aangepast. Of ik hem heb aangepast. De fictieve versie heeft de plaats van mijn herinnering ingenomen.

Laatst las ik oude dagboeken van mezelf terug. Ik las over gebeurtenissen waarover ik fictie had geschreven, vanuit mijn herinnering. Het verbaasde me hoe ver ik van de werkelijkheid was afgedwaald. Nee, nee, zo ging het helemaal niet, zei ik tegen het dagboek. Maar zo ging het blijkbaar wel. De herinnering was fictie geworden en fictie de waarheid.