dinsdag 10 januari 2012

Zeepaardje

Ik liep op straat met een vriend. Het had geregend en de straatstenen waren nat. Ik keek naar de witte kringeltjes en dingetjes in de stoepranden, die nu extra goed zichtbaar waren, en dacht aan wat ik altijd tegen mensen zeg in dit geval: weet je wat dat zijn?
‘Neuh,’ zeggen ze dan meestal, of: ‘Kauwgum?’
En dan kan ik los, want ik weet wél wat het zijn en ik ben erg verheugd over die kennis, ik ga er het liefst een halfuur over door. Het zijn fossielen. Miljoenen jaren oude afdrukken van planten en beestjes. Verpakt in stoepranden.
Jaren geleden hoorde ik iemand op AT5 erover vertellen. Het verbaast me nog altijd dat niet iedereen dat toen heeft gezien. Dat de stad er niet maandenlang van gonsde. Mensen op straat niet onophoudelijk naar beneden keken. Zoals ik deed in die tijd.
Ook nu wees ik naar zo’n stoeprand en zei tegen de vriend: ‘Weet je wat die witte dingetjes zijn?’
‘Fossielen.’
‘Je weet het!’
Hij knikte. ‘Maar je ziet er nou nooit eens een zeepaardje tussen, hè.’
Ik zweeg.