zondag 1 januari 2012

Wens

Een jaar geleden:

In de auto naar de plek waar we oud en nieuw zouden doorbrengen vertelden we elkaar wat onze wensen waren voor het nieuwe jaar. We hadden serieuze wensen, dingen waarnaar we vurig verlangden, en die we hoopten in het komende jaar te kunnen krijgen. Alleen degene achter het stuur had zijn wens nog niet kenbaar gemaakt. ‘Wat wens jij voor het komende jaar?’ vroegen we hem.
‘Seks,’ zei hij.
‘Neehee,’ zeiden wij, ‘je moet wel iets échts wensen. Wat wil je nou echt heel graag het komende jaar?’
‘Ja, meer seks.’
‘Nou, goed dan’, zeiden wij, maar eigenlijk vonden we het natuurlijk helemaal niet nou goed dan. Een beetje ons ritueel verpesten.

We schreven onze wensen op een wensballon en lieten hem op. Daarna begon het grote wachten.
Ik had drie wensen genoteerd. ‘Mag dat wel?’ hadden de anderen gevraagd.
‘Ja,’ zei ik, ‘want samen vormen ze de wens om een gelukkiger leven.’
‘Wens dat dan gewoon.’
‘Nee, want dat is te abstract, dat snappen ze misschien niet.’
Zo ging het. Maar ondertussen dacht ik: misschien is het met mensen die teveel wensen wel net als met kinderen die vragen die worden overgeslagen. En die gedachte bleef terugkomen het afgelopen jaar, want uitkomen, ho maar, niet eens een van de drie. Niet eens een beetje.

Op oudejaarsdag informeerden we eens bij elkaar hoe het zat met die wensen van een jaar geleden. Niet dat we dat niet wisten. Niemand had gekregen wat hij had gewenst. Op één iemand na. Degene die meer seks wilde.
Misschien zou ik daar lering uit moeten trekken.