woensdag 14 december 2011

Dieren

Ik denk veel aan dieren op het moment en ik heb constant de neiging over dieren te schrijven. Dat is misschien niet verwonderlijk, want ik lees Tijd voor empathie van Frans de Waal, over empathisch gedrag bij dieren, en ik kijk al een paar avonden achtereen naar Frozen Planet van David Attenborough.
Vanmorgen liep er een meisje van een jaar of twintig onder mijn raam door. Ze had een fiets aan de hand en gilde achterom: ‘Dat kan je toch wel gewoon zeggen? Je hoeft niet meteen te gaan schreeuwen!’ Een mannenstem riep iets terug wat ik niet verstond. Het meisje schreeuwde: ‘Bek houwen! Je moet gewoon je bek houwen!’ De man riep weer iets. ‘Ben je gek geworden of zo?’ gilde het meisje. Dat ging een poosje zo door.
Uit de tegenovergestelde richting kwam een groepje mensen aanlopen dat bestond uit zeven jongens en een meisje. Ze waren ook een jaar of twintig. De jongens bleven stoïcijns onder het geschreeuw, ze keken niet naar de man of het meisje, ze keken niet naar elkaar. Ze zeiden niks, ze liepen gewoon stug door. Alleen het meisje in de groep keek lacherig opzij, naar de jongen die naast haar liep. Maar die reageerde niet.
Stel dat het een groepje koningspinguïns was, dacht ik, of een troep bavianen, wat zou Frans de Waal er dan over hebben gezegd? Of David Attenborough?
Daarna ging ik aan het werk. Ik las over wat ik gisteren had geschreven en toen schreef ik een nieuwe scène. Niet over het meisje, haar ouders of haar opa en oma, maar over dieren. De eerste zin luidde: De moeder is allergisch voor alles dat haar heeft, daarom mag het meisje thuis alleen vissen houden.
En ik ontdekte dat vissen prima romanpersonages zijn.