donderdag 10 november 2011

Noem me

Ik heb een heel simpele naam. Geen buitenlandse of zeldzame naam. Geen onbegrijpelijke begrippen. Geen korte, lange of Griekse ij’s die door elkaar zijn te halen. Geen letters die je niet of anders uitspreekt. Wat er staat, hoor je. Wat je leest, snap je. Je kunt je er geen buil aan vallen.

De eerste keer dat mijn naam openlijk werd verbasterd was vlak nadat ik een boek had geschreven over U2. Het boek werd genoemd in de nieuwe editie van Oor’s Popencyclopedie. Dat vond ik heel wat. Ze hadden alleen twee letters in mijn achternaam omgedraaid. Marieke Goren, stond er.

Gisteren stond er een Twee minuten-verhaaltje van me in Het Parool. Dat was niet de eerste keer, het was zelfs al de vijfde of de zesde keer, maar het was wel voor het eerst dat ze mijn naam spelden als Marike. Marike Groen. Dat was heel raar om te zien. Ik was het wel en ik was het niet. Ik voelde me op een vreemde manier beroofd. Van mijn verhaal, van mijn naam.

’s Avonds hoorde ik in De Wereld Draait Door Blaudzun woorden van Neeltje Maria Min zingen. Woorden die ik al mijn hele leven ken, want ze stonden op mijn geboortekaartje. Ik hoorde ze alleen nooit eerder op muziek. Het was huiveringwekkend. Mijn moeder is mijn naam vergeten. Zo heet het gedicht. Dat weet iedereen. Alleen ik niet. Ik heb altijd gedacht dat de titel was: Voor wie ik lief heb wil ik heten. Een vergissing, maar wel een die eng veel over mij zegt.