vrijdag 21 oktober 2011

Jeetje

Mijn uitgever belde. ‘Ik heb goed nieuws,’ zei hij, ‘je boek is genomineerd voor een prijs.’
‘Ga weg,’ zei ik.
‘Nee, echt. Je staat op de longlist.’ Hij zei om welke prijs het ging.
‘Jeetje,’ zei ik. ‘O wacht... half Nederland staat zeker op die longlist? Alle schrijvers die het afgelopen jaar een boek hebben gepubliceerd?’
‘Vijftien,’ zei hij, ‘de longlist bestaat uit vijftien titels.’
‘Jeetje, dat is niet veel.’
‘Dat is helemáál niet veel!’ Mijn uitgever jubelde.
‘Wie zijn die andere schrijvers dan?’ vroeg ik, ‘totaal onbekenden zeker?’
Hij las de namen voor.
‘Jeetje,’ zei ik weer, ‘dat zijn wel heel goeie schrijvers.’
‘Dat ben jij ook,’ riep mijn uitgever, nog steeds jubelend.
‘Haha,’ zei ik.
‘Er is alleen één ding. Het mag niet naar buiten worden gebracht.’
‘Wat?’
‘De longlist mag niet naar buiten worden gebracht. Dat willen ze niet. Alleen de genomineerden zelf mogen het weten.’
‘O.’
‘Dus je mag het tegen niemand zeggen.’
(...)
‘En ook niet op Facebook zetten.’
‘Maar wat heb ik er dan aan?!’