donderdag 22 september 2011

Bange aapjes

‘Ouders die niet van hun kinderen houden, het komt voor en het is het grootste taboe dat er bestaat,’ had een vriendin van me gezegd. Met dat in gedachten keek ik naar This Emotional Life, een docuserie over menselijke relaties, geluk en alles wat daarbij komt kijken. In aflevering 1 gaat het onder meer over het belang van een goede hechting en wat de gevolgen kunnen zijn als kinderen op jonge leeftijd hechtingsproblemen ondervinden.
Als baby’s liefde ontvangen van hun ouders komt er een stofje vrij in de hersenen, oxytocine, ook wel het knuffelhormoon genoemd. Oxytocine is de neurotransmitterstof die een rol speelt bij hechting. Het wordt ervaren als een natuurlijke pijnstiller, een genotsmiddel, een biochemische beloning en we raken eraan verslaafd: ons hele leven blijven we ernaar verlangen en wordt het aangemaakt als we liefde geven of ontvangen.
Althans, als je het als baby hebt gekregen.
Onderzoek heeft aangetoond dat kinderen die na hun geboorte waren afgestaan en de eerste paar jaar van hun leven in een kindertehuis hadden doorgebracht, niet zo bedreven waren in het aanmaken van oxytocine. Ontvingen zij liefde – als kind of als volwassene – dan maakte hun brein geen oxytocine aan. Liefde werd door hun niet beschouwd als een beloning, het leverde ze niet hetzelfde gelukzalige gevoel op als anderen.

Behoefte aan liefde zit in hetzelfde gebied in de hersenen als behoefte aan eten en slaap. Het gebied waar de primaire levensbehoeften zijn opgeslagen. Eenzaamheid, zegt iemand in de serie, is een signaal dat we op zoek moeten naar gezelschap, zoals honger een signaal is dat we moeten eten en pijn een signaal dat ons vertelt ons lichamelijk iets mankeert. Het is een waarschuwing. Want de mens is een groepsdier, het is niet gemaakt voor alleenzijn.
Dat vind ik mooi gezegd. Eenzaamheid is een waarschuwing.

Eigenlijk wordt het hechtingsverhaal nog het best geïllustreerd met het beroemde experiment uit de jaren vijftig, waarin een baby resusaapje in een laboratorium de keuze krijgt tussen een surrogaatmoeder die met een lapje kunstbont is bekleed, en een surrogaatmoeder die bestaat uit een stalen geraamte waar een flesje melk uit steekt. De aap kiest voor het lapje kunstbont. Telkens weer kruipt hij tegen de draadconstructie met het zachte bontje aan. Hij verkiest warmte en geborgenheid – zelfs de suggestie van warmte en geborgenheid - boven voedsel. Naarmate hij ouder wordt vertoont hij steeds sterker angstig en sociaal gestoord gedrag.
Dat is bij mensen net zo. Kinderen die zonder liefde worden grootgebracht, groeien uit tot gekke, bange aapjes.