zondag 14 augustus 2011

Geluid

Het duurde even voordat ik door had dat hij er elke dag stond. Of zij. Maar op een of andere manier denk ik dat het een hij was. Ik heb hem nooit gezien, alleen gehoord. Elke avond, vlak na zessen, als de winkels hun deuren sloten en de straat weer aan de bewoners werd teruggegeven, klonk daar zijn viool. Altijd hetzelfde lied en nooit langer dan een minuut of tien. Ik raakte er zo aan gewend dat ik het op den duur niet meer hoorde, alleen als ik bezoek had dat me er toevallig op wees. ‘Wat is dat ook alweer?’ vroeg soms iemand, en dan zei ik achteloos: ‘Für Elise.’ Want dat speelde hij altijd. Misschien was dit het enige lied dat hij kende. Misschien moest hij het leren van zijn muziekleraar die boos was geworden dat hij het nu nóg niet kon en met rood aangelopen hoofd had geschreeuwd dat hij net zo lang moest oefenen tot hij het kende. Of misschien dacht hij gewoon dat de mensen dit mooi vonden en speelde hij het daarom.

Het duurde even voordat me opviel dat hij weg was. Net als die andere man - ook daarvan ben ik overtuigd dat het een man is - die elke middag rond een uur of vier onder mijn raam ‘Old McDonald had a Farm’ floot. Alleen die eerste regel: Old McDonald had a Farm, om dan abrupt te zwijgen. Nooit per ongeluk toch ‘E I E I O’ erachter. Elke dag opnieuw. En toen opeens niet meer.

Het enige constante geluid dat al die jaren is gebleven is dat van de patatbakker op de begane grond. ‘Zegt u het maar,’ zegt hij. De hele dag door. Van maandag tot en met zondag, en dan begint hij weer opnieuw. Zegt u het maar. Ik zit achter mijn bureau bij het open raam en hoor het hem zeggen, ook als hij er niet is. Dit geluid zal me niet ook zomaar ontglippen.