zaterdag 11 september 2010

Love will tear us apart

Het was 1985 en ik was in stilte verliefd op E., die ik tegenover vriendinnen ‘het lieve punkertje noemde’. Ik kende hem van mijn opleiding, en had geen idee waar hij woonde, toen hij op een onverdachte dinsdagmiddag opdook voor me in de rij bij Jacq Hermans. Hij zei ‘hoi’ en ik zei ‘hoi’, en daar zou het waarschijnlijk bij zijn gebleven, als ik bij het afrekenen niet zeventig cent tekort was gekomen. ‘Laat maar,’ zei hij, toen ik een pak koekjes terug wilde leggen, en hij telde zeventig cent uit.

Een paar dagen later stond hij opeens voor de deur. Ik liet hem binnen en zette met trillende handen thee, terwijl hij goedkeurend mijn stemmig zwarte jaren ‘80 inrichting bekeek.
‘Wauw. Joy Division.’ Hij was blijven staan voor de poster van Love will Tear us Apart, die boven mijn schouw hing. ‘Zet eens wat van ze op.’
Ik keek hem niet-begrijpend aan.
‘Van Joy Division.’
Toen begreep ik pas dat Joy Division een band was. Ik had de poster alleen gekocht omdat hij zo goed bij mijn interieur kleurde.
‘Ik heb eigenlijk niks van ze,’ zei ik.
Het lieve punkertje keek me ongelovig aan. ‘Als je binnenkort eens bij mij komt, zal ik een paar platen voor je opnemen.’

Als je binnenkort eens bij mij komt.

Het werd een paar dagen later. Het lieve punkertje woonde in een gekraakte school bij mij om de hoek. Het duurde heel lang voordat ik de bel had gevonden, en toen ik eenmaal binnen was, nog heel lang voordat ik zijn kamer vond.
Hij had me duidelijk niet verwacht. Zijn hanenkam was nog niet in de zeep gezet, en lag slap op zijn hoofd. Zijn haar zag er zacht uit.
‘Je zou me altijd nog Joy Divison laten horen,’ zei ik. Ik had mijn mooiste kleren aangetrokken: een petticoat, een zwart-wit gestreepte panty en stilettolaarsjes. Op mijn peroxidewitte haar zat een zwarte baret die ik met haarspelden had vastgezet.
Het lieve punkertje straalde. Dat deed hij eigenlijk altijd, maar nu vertelde ik mezelf dat het door mij kwam. Hij pakte meteen de plaat erbij. Ik ging op de enige stoel in de kamer zitten en wachtte tot hij de naald op het vinyl had gezet. Hij schoof het volume helemaal open, toen draaide hij zich om en keek me verwachtingsvol aan.
Love will Tear us Apart knalde de kamer binnen. Ik herkende het onmiddellijk. Het was een nummer van Paul Young. Maar nu klonk het heel anders. Echter.
‘Mooi,’ zei ik, toen het nummer was afgelopen. ‘Als Joy Division – ik sprak de naam met nadruk uit - weer eens in Amsterdam optreedt, wil ik er wel heen.’
Het lieve punkertje keek me bevreemd aan. ‘Ze bestaan niet meer,’ zei hij tenslotte. ‘Hij... de zanger is dood.’
‘O,’ zei ik.
Het lieve punkertje ging op de grond zitten en haalde een zakje hasj tevoorschijn.
Toen begon het volgende nummer.