zaterdag 24 juli 2010

Dialoog

Frietsteeg. Nacht. Ext.

De straat is vrijwel verlaten. Twee meisjes (25) staan buiten voor de kroeg te schreeuwen.

Meisje 1: Dit doe je altijd.
Meisje 2: Wat doe ik altijd?
Meisje 1: Dit! We gaan ergens samen heen en dan negeer je me de hele avond.
Meisje 2: Ik ben hier toch met jou?
Meisje 1: Maar je praat met iedereen, behalve met mij. Ik pas me al de hele avond aan.
Meisje 2: Hoezo pas je je al de hele avond aan?
Meisje 1: Dat zijn jouw vrienden hoor, niet de mijne. Ik wilde hier helemaal niet naar toe, ik ken hier niemand. Ik pas me altijd aan jou aan.
Meisje 2: Ik pas me anders ook aan jou aan.
Meisje 1: O ja? Laat ik jou stikken dan? Heb ik jou ooit laten stikken? Jij laat mij altijd stikken. Dan ga je weer met zo’n gozer zoenen of neuken. Hoe denk je dat dat voor mij is? Ik heb een vriend, hè. Je weet dat ik dat niet kan doen.
Meisje 2 zwijgt.

Motoragent passeert, stopt bij meisjes.

Motoragent: Is alles in orde, dames?
Meisje 2: Ja.
Motoragent: Gaan jullie weer naar binnen?

Motoragent rijdt verder.

Meisje 1: Vind je hem leuk?
Meisje 2 zwijgt.
Meisje 1: Hoorde je niet wat hij tegen me zei? Dat ik een rotkop heb, dat zei hij.
Meisje 2: Je kunt toch met andere mensen praten?
Meisje 1: Met WIE dan? Ik ken hier toch niemand? Ik wil naar huis, het is al zes uur en ik moet morgen om negen uur weer op. Ik ga naar de bus.
Meisje 2: Ik blijf nog.
Meisje 1: En ik dan? Samen uit samen thuis!

Overbuurvrouw doet raam open.

Overbuurvrouw: Jongens, kunnen jullie misschien ergens anders gaan ruziemaken?
Meisje 2: Sorry, schatje. Ga maar weer slapen, wij zijn stil.

Overbuurvrouw doet raam weer dicht.

Meisje 1: Nou, geef je sleutel maar, ik ga naar huis. Hoe laat gaat de nachtbus?
Meisje 2: I don’t know.
Meisje 1: I don’t know? Waar sláát dat op? En waar gaat de nachtbus eigenlijk?
Meisje 2: Misschien kunnen we het binnen op internet opzoeken.
Meisje 1: Ik ga echt niet meer naar binnen.
Meisje 2: Hier is geen internet.
Meisje 1: Ik ga echt niet alleen naar huis, hoor.

Deur van café gaat open, jongen (25) komt naar buiten.

Jongen: Wat is dit nou voor gezeik allemaal?
Meisje 1: O, vind jij het gezeik dat ze me alleen naar huis wil laten gaan? Zeg eens even, vind je haar leuk?
Jongen zwijgt.
Meisje 1: Vind je haar leuk, vraag ik je.
Jongen: Ja, ik vind haar leuk, oké? Jezus.
Meisje 1: Je zegt anders wel tegen mij dat ik een rotkop heb.
Jongen (begint te schreeuwen): Ja, ik vind haar leuker dan jou, maar ik hoef jou geen verantwoording te geven. Het is niet mijn schuld dat niemand je ziet staan. Zij is gewoon knapper dan jij.
Meisje 1: Wij zijn samen gekomen en we gaan samen naar huis.
Meisje 2: Ik wil nog niet naar huis.
Jongen: Zij wil nog niet naar huis, dat hoor je toch? Jij doet aan machtspelletjes met haar. Ga jij maar naar huis, daar heb je haar toch niet voor nodig?
Meisje 1: O, en hoe zie je dat voor je dan? Ik linksom en zij rechtsom? Zie je dat zo voor je?
Jongen: Ik heb hier geen zin in, ik ga naar binnen.

(20 minuten stilte)

Meisje 2: Blijven we hier nog langer zitten? Ik wil weer naar binnen.
Meisje 1: Ik ga niet meer naar binnen, ik ga naar de bus. Ik moet morgen om negen uur weer op.
Meisje 2: Nou, ik ga naar binnen.
Meisje 1: O, en dan? Jij linksom en ik rechtsom zeker? Nou leuk, ik dacht dat we samen uit waren. Mag ik je sleutel?