zondag 3 oktober 2021

Prikkels

‘Werk jij hier goed?’ vraagt de Servische vertaalster die een week na mij arriveerde.
‘Mwoah,’ zeg ik. ‘Er zijn zo veel prikkels, hè?’
Ze knikt. ‘Ik heb gelukkig mijn vertaling thuis al af gemaakt, ik hoef alleen nog wat correcties door te voeren.’
We zitten op een terras, zij drinkt prosecco, ik rode wijn. Het is twee uur 's middags. 
‘Ik was van plan om in de middagen te werken en in de ochtenden dingen te bekijken,’ zeg ik. ‘Maar ik verdwaal steeds en tegen de tijd dat ik hier terug ben heb ik niet eens meer de energie om mijn laptop open te klappen.’  Ik neem een slok wijn. ‘Maar je slaapt er wel goed op.’
‘Ik slaap niet,’ zegt ze.
‘Helemaal niet?’
‘Nee, nooit. Als ik vier uur slaap heb ik een goede nacht.’
‘Ik slaap op de grond,’ zeg ik. ‘Ik kan niet slapen in een eenpersoonsbed. Dan ben ik de hele nacht bang dat ik eruit val.’
Ze knikt alsof ze het volkomen begrijpt. 

‘Ze slaapt niet,’ zeg ik ’s avonds aan de telefoon met Nederland. ‘En ze eet ook niet. Ik vroeg waarom, en toen zei ze: omdat ik supergezond ben. Maar ik geloof dat dat een grapje was. 
Het is toch wel opvallend,’ zeg ik dan, ‘het zijn altijd van die typische figuren in writer’s residencies, je treft er nooit eens een normaal mens aan.’ 
Nederland laat een stilte vallen.
‘Ik zou nu van alles kunnen zeggen,’ zegt Nederland dan, ‘maar dat hoeft niet, hè?’
‘Nee, dat hoeft niet.’