maandag 3 juni 2019

First dates

Ik zat met een collega-schrijver in een café. Het was de eerste keer dat we afspraken, we hadden boeken voor elkaar mee, gesigneerd en wel. We zuchtten wat over geld (‘Ik weet niet wat ik zou moeten beginnen zonder het Letterenfonds,’ zei hij.), dronken wijn, aten bitterballen en toen het tijd was om op te stappen pakte hij zijn portemonnee en kwam overeind.
‘Jij gaat niet alles betalen, hè?’ zei ik.
‘Jawel,’ zei hij, ‘de jongens betalen voor de meisjes, zo doen we dat.’ En hij liep naar de bar.
‘O, ben je er zo een!’ riep ik hem na. Ik probeerde het even beschuldigend als dankbaar te laten klinken, maar wist niet of ik daar in slaagde.
Ik dacht aan First Dates, het tv-programma waarin mensen een blind date hebben in een restaurant. Aan het einde van de date is het altijd de man die betaalt. Soms zegt de vrouw, achterover leunend in haar stoel, op een totaal niet overtuigende manier: ‘Zullen we splitten?’ Meestal net op het moment dat de man zijn pasje door het pinapparaat ritst. ‘Nee joh,’ zegt hij dan. Soms zegt hij erbij dat hij ouderwets is.
Nooit klinkt er protest aan de andere kant van de tafel. Nooit trekt de vrouw als eerste haar portemonnee of zegt ze: ‘Ik betaal.’ In een heel, heel zeldzaam geval zegt er een: ‘Ik wil wel splitten, hoor.’ Meestal betekent dit dat ze de man een dweil vindt en hem niks verschuldigd wil zijn.

Ik had het hierover met mijn jonge, hippe buurvrouw. Zij vindt het vanzelfsprekend dat mannen voor haar betalen op dates.
Ik zei: ‘Maar jij werkt toch ook, jij verdient toch ook geld? Waarom moet hij dan betalen?’
Zij vond dat het zo hoorde. Ze zei ook: ‘Mijn moeder is altijd feministisch geweest en kijk wat het haar heeft opgeleverd. Niks.’
Ik probeerde feminisme te zien als zoutloos eten of naar de sportschool gaan; je deed het, maar niet van harte en het moest wel zichtbaar effect hebben, anders stopte je er acuut mee, je was niet gek.

Ik keek naar de bar waar de collega-schrijver wachtte tot hij mocht afrekenen. Ik keek in mijn portemonnee. Er zat alleen een briefje van vijftig in. Ik liet mijn portemonnee terug in mijn tas vallen. Aan een tafeltje bij het raam zaten een man en een vrouw. De vrouw was knap, jong en blond, de man droeg een bril en had een gezicht vol vouwen. Hij deed me aan Carmiggelt denken. Zij deed me denken aan alle jonge meisjes. Haar gezicht had nog niet de vorm van haar identiteit aangenomen. Ze boog zich naar de oude man toe en hij aaide haar haar. Ik bleef kijken. Het meisje ving mijn blik en hield hem vast. Toen legde ze haar wang op het tafelblad en strekte haar armen over tafel uit naar de man, alsof ze een drenkeling was.

Ooit las ik een interview met een autistische man die vrouw en kinderen had. Of hij van ze hield kon hij niet zeggen, hij wist niet hoe dat voelde. Wel overviel hem als hij naar ze keek een diep gevoel van medelijden. Ze waren zo hulpeloos.

Liefde is medelijden.
Ik heb slechtere definities gehoord.