maandag 8 oktober 2018

Erbij

Op het vliegveld van Rome werd ik eruit gepikt. Mijn jurk was klam en kreukelig, mijn gympen waren goor, ik had een glittertasje van de Action om mijn nek voor mijn pasjes en mijn telefoon, en een strakstaand gezicht van de stress. Ik zou mij er ook uit hebben gepikt.

Ik werd naar de kant geleid, waar al twee mensen met schuldige gezichten stonden. We ontweken elkaars blik. Er kwam een vrouw aan met ruimzittende plastic handschoenen aan, het soort dat je draagt als je je haar verft. In haar hand hield ze een strookje papier. Ze streek ermee over mijn handpalmen, over de rug van mijn handen en toen over mijn schoenen.
Ik had genoeg tv-programma’s over vliegvelden gezien om te weten wat ze deed.
Ze voerde een drugstest uit.
Had ik? Was ik?
In een tijdsbestek van seconden ging het in mijn hoofd van ‘natúúrlijk heb ik geen drugs bij me’ naar ‘ik vervoer drugs en zij weten het.’
De vrouw schoof het strookje in de machine die het zou analyseren – ik herkende het apparaat van tv – en straks zou op het beeldscherm verschijnen: 100% heroïne. Of: 100% cocaïne.
Ik probeerde me te herinneren waar ik de drugs had verstopt. De medicinale wietolie had ik thuisgelaten. Bovendien waren ze hier niet gek, ze wisten heus wel wat wietolie was. Dit ging om het zwaardere werk.

Toen wist ik het. Mijn tas. De groene Puma-tennistas die alleen nog uit de berging kwam als ik kort op reis ging. Maar lang geleden deed hij ook een poosje dienst als wastas. Mijn wasmachine was stuk en ik deed de was bij mijn geliefde. Er werd dagelijks geblowd in dat huis. Op oudejaarsavond deelden we een ecstacypil die we doormidden sneden met een keukenmesje en ik wist dat er lsd-zegeltjes in de koelkast lagen. Mijn wastas, die er vaak op de vloer had gestaan, was vast bezaaid met drugsdeeltjes. Drugsdeeltjes aan de hengsels, drugsdeeltjes aan de ritsen, drugsdeeltjes overal.
Ik was erbij.
Naast verslagenheid en ergernis voelde ik ook wat anders. Als je zoals ik door het leven gaat met het gevoel dat je elk moment door de mand kan vallen, is het ook een opluchting als dat eindelijk eens gebeurt.

Ik vroeg me af hoe ik me hieruit kon redden, wie ik kende die me op dit gebied zou kunnen bijstaan. Misschien kon ik er maar beter niemand mee lastig vallen. Ik zou een poosje worden opgesloten, zo erg was dat niet, ik kan goed alleen zijn. Ik zou Italiaans kunnen leren en eindelijk eens de grote Russen kunnen lezen. Misschien was het ook een goede gelegenheid om wat af te vallen. Hoewel ik dat betwijfelde. In tv-programma’s die ik had gezien over gevangenissen waren de gevangenen altijd dik. Behalve degenen die daar duidelijk geen aanleg voor hadden.

De vrouw met de plastic handschoenen was weggelopen. Blijkbaar had de testmachine meer tijd nodig voor de analyse. De rij plastic bakken waarin de handbagage door de scanner ging was tot stilstand gekomen. De voorste twee bakken hielden de boel op. Die waren van mij. Ik keek naar mijn groene Pumatas die op zijn kant in de bak lag, doodstil, en ik moest denken aan die keer dat ik onverwacht vanachter een raam mijn koffer tussen andere koffers op een bagagekar bij een vliegtuig had zien liggen. Het ontroerde me, ik vond hem opeens zo dapper en alleen, die koffer van me. Nu voelde ik iets van een vergelijkbare strekking, alleen bitterder.

Ik en de twee naast me wachtten nog steeds op de uitslag. Drie nieuwe verdachten werden onze kant op geleid. Er was geen plaats meer voor ze. En met een afwezig gebaar van haar in plastic gestoken hand maande de vrouw mij en de andere twee om door te lopen.
Wacht, wilde ik zeggen, en de uitslag dan? Maar ze lette al niet meer op me.
Ik hing het glittertasje weer om mijn nek, pakte mijn groene Pumatas uit de bak en moest denken aan een andere ex-geliefde, eentje die nooit drugs gebruikte. Voor zijn verjaardag had hij eens, voor de lol, een brokje hasj gekregen. Hij had het in zijn portemonnee gestopt en was het vergeten. Enige tijd later vloog hij naar Londen, vanaf Londen naar Barbados en vanaf Barbados naar Grenada, en twee weken later weer terug via Barbados en Londen naar Amsterdam. Toen hij bij thuiskomst zijn tas uitpakte ontdekte hij het stukje hasj dat al die tijd in zijn portemonnee had gezeten.
Het leven hangt van willekeur aan elkaar. Beter om daar niet tegen te protesteren.