donderdag 1 december 2016

Plakje

Ik meld me op de begane grond, maar moet naar boven, naar de eerste verdieping. Ik heb het gevoel alsof ik iets ben vergeten. Alle vrouwen hebben een man bij zich. Ik ga zitten en meteen klinkt mijn naam. Ik kijk op en zie een vrouw in een groen operatiekostuum.
Ho! Wacht. Dat hadden ze me niet verteld.
Ik moet haar volgen, door gangen en klapdeuren tot we in een kamertje uitkomen met een bureau. Daar vertelt ze hoe klein de kans is, te verwaarlozen zo klein.
Ze vertelt over plaveiselcellen en cylindercellen en hoog-risicovirussen en over hoe het lichaam het soms zelf klaart. Ik snijd al die woorden uit hun context, wikkel ze in een zakdoekje en stop ze in mijn tas. Kan ik er thuis misschien nog wat leuks mee doen. Dan mag ik een deur door en mijn onderkant bedekken met de handdoek die er ligt.
Mijn onderkant. Ook die gaat in het zakdoekje.
Het volgende moment lig ik met mijn benen wijd naar een monitor te kijken waarop iets nats en vlezigs te zien is. Ze hadden het gebracht als een verrassing: straks mag je op de monitor naar je eigen baarmoeder kijken.
Het deed me denken aan een ex die als kind werd geopereerd aan zijn amandelen. Hij was bang en huilde. De anesthesist bracht het beademingsmasker naar zijn gezicht en zei: huil maar in het kapje.
'Zoals het er nu uitziet denken we niet dat je baarmoederhalskanker hebt,' zegt de vrouw in het groene operatietenue.
De vrouw in de witte jas vraagt me te hoesten, dan doet het minder pijn als ze een plakje van mijn baarmoedermond afsnijdt.
De dingen die je doet om gezond te blijven.
Het beeld op de monitor wordt grijs. Er klinkt een toetertje alsof Windows waarschuwt dat er nog op OK moet worden geklikt.
'Mannen hebben dit soort dingen nou nooit, hè?' zeg ik tegen de vrouw in het operatiekostuum.
Ze lacht vilein. 'Die krijgen het aan hun prostaat.'