zondag 16 februari 2014

Bulgaarse methode

We staan bij de buitendeur, de voorzitter en ik. De deur zoemt. Hij zoemt al de hele week. Als de deur zoemt kun je hem zo open duwen. Soms springt hij al open als je er alleen langsloopt. Daar is dankbaar gebruik van gemaakt de afgelopen week. Op donderdag mailt een van de buren dat er brand is gesticht in de fietsenkelder, en zondagmorgen mailt een andere buur dat er die nacht bij hem geprobeerd is in te breken. Hij werd wakker van gemorrel aan zijn deur. Met zijn meest barse stem riep hij: ‘Wegwezen, of ik bel de politie!’ Daarna was het stil, maar de rest van de nacht sliep hij met een koksmes onder zijn kussen. ’s Morgens bleek zijn slot te zijn uitgeboord. De Bulgaarse methode, heet dat. Dat weten we omdat het al negen keer effectief is toegepast de afgelopen maanden. Laptops, sieraden en geld zijn verdwenen. Onze sloten zijn niks waard, zegt de politie. Sommigen van ons hebben op eigen kosten een kerntrekbeveiliging aangebracht. Het enige middel tegen de Bulgaarse methode. Na de zevende inbraak, een paar maanden terug, belde een van de bewoners AT5. Die kwamen filmen en vroegen de woningstichting om een reactie. Die zei: ‘Het is de bewoners hun eigen schuld, zij laten de buitendeur open staan.’
De voorzitter en ik luisteren naar het gezoem. Een sirene, een lokroep aan inbrekers en brandstichters: kom binnen, kom binnen, het is uitverkoop hier!
Een deur die gewoon in het slot valt, hoe moeilijk kan het zijn? Je ziet ze overal, dat soort deuren. Maar niet bij ons.
‘Misschien als we dit eraf slopen,’ zegt de voorzitter, wijzend op de deurknop.
Eerder hebben we de stekkers van de drangers uit de contactdozen gehaald, in de hoop dat de deuren daardoor automatisch in het slot zouden vallen. Maar nee. De woningstichting die we die ochtend al hebben gebeld, en toen ’s middags weer, en aan het begin van de avond opnieuw, is nog steeds niet langs geweest.
‘Laten we nog maar eens bellen,’ zeggen we, en gaan terug naar boven. Straks is het donker, en zijn we weer overgeleverd aan de leeuwen. Of de Bulgaren. Wie zal het zeggen? We kennen ze niet, maar weten dat ze ons in de gaten houden.