woensdag 2 januari 2013

Terug

Ik ben er weer. Terwijl ik dit tik moet ik denken aan een vriendin, of eigenlijk het driejarig dochtertje van die vriendin, die ooit mijn trap op klauterde onder het uitroepen van de woorden: ‘Hier ben ik!’ Alsof ik weken naar haar komst had zitten uitkijken. Ontroerend, zoveel zelfvertrouwen. Vooral omdat je weet dat het in de jaren daarna langzaam zal verdwijnen, en er een moment gaat komen waarop het meisje (want zo zijn meisjes) zal gaan denken: zit er hier eigenlijk wel iemand op mij te wachten?
Ik ben er weer dus. Voor het geval het u ontgaan is, ik was even weg. Anderhalve maand om precies te zijn.

Ik las een stuk van Jeffrey Eugenides, de schrijver van The Virgin Suicides - en dat is een heel mooi boek. Schrijven gaat beter als je dood bent, zei hij. Als je je terugtrekt van alles en iedereen. Je moet doodgaan, maar je ogen openhouden. Vergeten dat de wereld toekijkt.
Mijn uitgever zei twee maanden geleden ongeveer hetzelfde, hoewel hij het niet over doodgaan had. Hij had het over Facebook en mijn blog, en literaire avondjes en zo. Dat het misschien beter was als ik die dingen even liet voor wat ze waren. Zodat ik me helemaal kon concentreren op mijn boek. Ja, misschien, zei ik, zette mijn blog stil en werd iets minder sociaal. En daarmee vloog mijn laatste beetje concentratie het raam uit. Probeer dan nog maar eens te werken aan een boek. Een boek dat ook nog als werktitel ‘De kunst van het ontsnappen’ had. Elke dag opende ik het. Soms verplaatste ik een komma. Maar daar bleef het wel zo’n beetje bij.

Op kerstavond sprak ik een schrijver die van Facebook was afgegaan, maar wel was blijven bloggen. Juist was blijven bloggen. Tekst genereert tekst, zei hij. Bloggen is je hersens warm laten lopen, en vanuit beweging kom je sneller op gang dan vanuit stilstand.
Dit zijn mijn woorden, maar hij zei ongeveer het zelfde.

Twee dagen later, na anderhalve maand van gelummel, schreef ik dit stukje. En onmiddellijk daarna schreef ik drie zinnen voor mijn nieuwe boek die me zo waarachtig voorkwamen dat ik er tranen van in mijn ogen kreeg. Eindelijk kan ik het, dacht ik, eindelijk weet ik wat schrijven is. Goed, het waren drie zinnen, en daarna werd er weer langdurig naar het beeldscherm gestaard, maar toch.

Nu ben ik er weer dus. Met een stukje van niks, waar ik ook nog veel te lang over heb gedaan, maar ik moest vanuit stilstand op gang komen. De komende tijd probeer ik in beweging te blijven.