zaterdag 31 maart 2012

Glasscherf

Het was gewoon een goeie avond. Maar omdat die avonden niet zo heel veel voorkomen, ook weer niet zo heel gewoon. Er was een schrijver die iedereen aan het lachen maakte, een singer/songwriter die mooie breekbare liedjes zong, een ontwapenende debutant, een geestige Sierra Leoonse en een schrijver die reageerde op een kutrecensie van zijn boek, op een manier die hem groter maakte en niet kleiner – wat snel gebeurt als je reageert op een kutrecensie. Er waren vrienden en bekenden en er was geen Spa rood. Het was allemaal fijn en ik wist dat er een overtreffende trap van fijn bestond, die straks in een kroeg hier niet ver vandaan zou worden geconsumeerd. Er vertrokken al hier en daar mensen en het was verleidelijk om mee te gaan, om er gewoon achter aan te lopen, maar ik wist dat als ik dat zou doen, andere plannen onvermijdelijk in duigen zouden vallen. Dus sloeg ik linksaf toen zij rechtdoor gingen en stak ik, nuchter en nog voor middernacht, mijn sleutel in het slot. Thuis bleef ik zeker tien minuten met mijn jas aan in de kamer staan, alsof ik daarmee het thuiskomen nog even kon uitstellen. Alsof ik nog een klein beetje daar was, waar het leuk was. Ik kroop in bed, hoopte dat ik snel in slaap zou vallen, vroeg wakker zou worden en een goeie werkdag tegemoet zou gaan. Zodat het niet voor niets was geweest.

Toen ik de volgende ochtend wakker werd zat er een bloedvlek op mijn kussen en ook een op het laken. Bij het opmaken van het bed vond ik een glasscherf ter grootte van een vingernagel tussen de lakens. Geen idee hoe die daar was terecht was gekomen.