dinsdag 26 juli 2011

Anders

In het nieuwe zwembad gelden nieuwe regels. In de snelle baan hoef je niet heel snel te gaan, in de brede baan moet je rechts houden. Er wordt niet geschreeuwd en geschopt, wel veel geglimlacht, en het is blijkbaar ook niet gek als je aan de rand van het bad langdurig, met korte intervallen, met je kop gaat staan schudden om het water uit je oor te laten lopen. Niemand die dan denkt dat je een aanval hebt van het een of ander.
Moet je bij het andere zwembad mee aankomen.

Ik deel het Turks bad met niemand. Net zoals het bad met de massagestralen zonet. Ik zit in mijn eigen zweet, alleen in dat van mij. Ik sluit mijn ogen, zak onderuit. Altijd al geweten dat ik in luxe zou kunnen leven. Dan gaat de deur open. Ik schuif langzaam rechtop. Een grote neger komt binnen, snuivend, zuchtend, pakt de wisser, begint de bank schoon te vegen, de wand daar achter. Mijn hoofd bonkt, ik moet eruit, maar denk: als ik nu ga, denkt hij dat het door hem kom. Als ik nu opsta denkt hij dat ik hem er niet bij wil hebben, om wat voor reden dan ook. Misschien omdat ik bang ben voor grote snuivende negers. En dat moeten we niet hebben. Dus blijf ik zitten, in die warmte die nu te warm is, die ruimte die te klein is geworden. Nog twee minuten, of, voor de zekerheid, vijf. Dan sta ik op en loop langzaam, bijna aarzelend naar de deur. Om hem niet de indruk te geven dat ik op de vlucht sla.

Buiten op straat, terug in de drukte en tussen de uitlaatgassen van het langs razende verkeer zie ik een postbode die loopt te huilen, maar ondanks dat de post in de brievenbussen blijft duwen.